zijn van het probleem. Zet TL-verlichting of andere apparaten die een magnetisch veld kunnen genereren
verder weg van de computer. Als het probleem hierdoor niet wordt verholpen, doet u het volgende:
1. Zet het beeldscherm uit. (Als u een kleurenbeeldscherm verplaatst terwijl dit is ingeschakeld, kan er
verkleuring ontstaan.)
2. De apparaten en het beeldscherm moeten ten minste 30,5 cm uit elkaar staan.
3. Zet het beeldscherm aan.
Als het probleem door deze handelingen niet wordt opgelost, laat u het beeldscherm nazien. Raadpleeg
Hoofdstuk 11 'Informatie, hulp en service' op pagina 129 voor meer informatie.
Netwerkproblemen
Hieronder ziet u de meest algemene netwerkproblemen: Selecteer uw netwerkprobleem in de onderstaande
lijst:
•
'Ethernet-problemen' op pagina 119
•
'Problemen met draadloos LAN' op pagina 121
•
'Problemen met draadloos WAN' op pagina 121
•
'Problemen met Bluetooth' op pagina 121
Meer informatie vindt u in 'Help-systeem van Windows' op pagina 129.
Ethernet-problemen
Zoek voor problemen met ethernet uw symptoom in de onderstaande lijst:
• 'Uw computer kan geen verbinding met een netwerk maken' op pagina 119
• 'De adapter is er zonder aanwijsbare reden mee gestopt' op pagina 120
•
'Als uw computer een Gigabit Ethernet-model is en u gebruikt de snelheid 1000 Mbps, werkt de
verbinding niet of er treden fouten op in de verbinding' op pagina 120
•
'U hebt een Gigabit Ethernet-model computer, en kunt geen netwerkverbinding tot stand brengen
met een snelheid van 1000 Mbps. In plaats daarvan wordt de verbinding tot stand gebracht met een
snelheid van 100 Mbps' op pagina 121
Uw computer kan geen verbinding met een netwerk maken
Symptoom: uw computer kan geen verbinding met een netwerk maken.
Handelingen: controleer of:
• De kabel goed is aangesloten.
De netwerkkabel moet goed zijn aangesloten op zowel de ethernet-poort van uw computer als op de
RJ45-aansluiting van de hub. De maximaal toegestane afstand van de computer tot de hub is 100
meter. Probeer een andere kabel als de problemen zich blijven voordoen, ondanks dat de kabel goed is
aangesloten en de afstand niet te groot is.
• De kabel goed is aangesloten.
• Het juiste stuurprogramma wordt gebruikt.
In het besturingssysteem Windows 7 doet u het volgende:
1. Klik op Start ➙ Configuratiescherm.
2. Klik op Hardware en geluid.
3. Klik op Apparaatbeheer. Wanneer er wordt gevraagd om een beheerderswachtwoord of een
bevestiging, typt u dat wachtwoord of geeft u die bevestiging.
.
Hoofdstuk 10
Diagnose en probleemoplossing
119