7
Problemen oplossen
Nr.
Storings-
melding
19
2_71
20
2_72
21
2_73
22
2_61
23
2_62
24
/
40
Beschrijving
De temperatuur van
de koudeplek ligt
onder de onderste
temperatuurgrens.
De temperatuur van
de koudeplek ligt
boven de bovenste
temperatuurgrens.
De temperatuur van de
koudeplek ligt boven de
bovenste temperatuur-
grens 1 uur nadat het
systeem is ingeschakeld.
De temperatuur van
de pincethouder ligt
boven de bovenste
temperatuurgrens.
De temperatuur van de
pincethouder daalt tot
onder de onderste tempe-
ratuurgrens van het doel.
Waarschuwing
reservoirtemperatuur.
De reservoirtemperatuur
ligt boven 80 °C (176 °F).
Gedrag apparaat
Storingsmelding &
storingssymbool
knipperen
Storingsmelding &
storingssymbool
knipperen
Storingsmelding &
storingssymbool
knipperen
1. Verwarming
pincethouder stopt
2. Storingsmelding &
storingssymbool
knipperen
3. Alarmsignaal
Storingsmelding &
storingssymbool
knipperen
Waarschuwingssymbool
knippert met frequentie
1 Hz
Actie gebruiker
1. Zorg dat de
omgevingstemperatuur
tussen 20 en 30 °C ligt.
2. Neem contact op met
klantenservice.
1. Zorg dat de
omgevingstemperatuur
tussen 20 en 30 °C ligt.
2. Neem contact op met
klantenservice.
1. Zorg dat de
omgevingstemperatuur
tussen 20 en 30 °C ligt.
2. Neem contact op met
klantenservice.
Verwijder de pincet
uit de pincethouder en
neem contact met de
klantenservice.
Neem contact op met
klantenservice.
Gebruik het apparaat niet
en wacht tot het symbool
verdwijnt.
Blijft het symbool knip-
peren, schakel dan het
apparaat uit en neem
contact op met de
klantenservice.
Versie 2.1, revisie Q