Camera
Hernoemen: hiermee kunt u de foto een andere
naam geven.
Ga naar Foto's: hiermee kunt u de foto's in de
map Foto's (Menu 8.2) bekijken.
Instellen als achtergrond: hiermee kunt u de
foto als achtergrond voor uw telefoon instellen.
Wisbeveiliging: hiermee kunt u de foto beveiligen
tegen ongewenst wissen.
Eigenschappen: deze optie toont informatie over
de foto, zoals de naam, afmeting, datum, resolutie,
type beveiliging en formaat.
Gebruik maken van de camera-opties
Als u in de opnamestand op de functietoets Opties
drukt, kunt u voor de huidige opname gebruik
maken van de volgende mogelijkheden:
Stand: bij het nemen van een foto kunt u
verschillende standen gebruiken. Zodra u een
andere stand kiest, verschijnt de aanduiding
daarvan linksboven in het display.
Normale opname: voor een opname in de normale
stand.
Multi-opname: hiermee kunt u een aantal opnamen
achterelkaar maken. Eerst selecteert u de snelheid
en het aantal opnamen. Daarna drukt u op de
functietoets Foto. Het aantal ingestelde foto's
wordt automatisch gemaakt en opgeslagen.
Standaard wordt het formaat Mobiel (128*90)
gekozen.
Nachtstand: met deze optie kunt u in het donker
een zo goed mogelijke foto maken.
Alleen foto's maken: hierbij maakt u foto's zonder
ze daarna weer te geven.
Kader: met deze optie kunt u een kader rond de
foto plaatsen. Met de stuurtoetsen kunt u het
gewenste kaderformaat selecteren. Als u op de
146
functietoets Voorbld drukt, krijgt u een voorbeeld
van de foto met het gekozen kader te zien.
Standaard wordt het formaat Mobiel (128*90)
gekozen.
Effecten: met deze optie kunt u een aantal
speciale effecten op de foto loslaten. Met de
stuurtoets Omhoog of Omlaag kunt u een van de
volgende effecten selecteren: Grijs, Negatief,
Sepia-effect, Reliëf en Schets. Om een effect uit
te schakelen, selecteert u Uit.
Rotatie: met deze optie kunt u de foto verticaal
omklappen of gespiegeld weergeven.
Timer: kunt u een vertragingstijd instellen. Nadat
u op de betreffende toets heeft gedrukt, wordt de
foto na het ingestelde aantal seconden gemaakt. De
timer wordt uitgeschakeld zodra u het cameramenu
verlaat of in het Timer menu Uit selecteert.
Instellingen: met deze optie kunt u de instellingen
voor de opname wijzigen. Instellingen die u hier
aanbrengt worden ook doorgevoerd in Menu 8.5,
Instellingen.
Fotoformaat: hier kunt u het formaat van de foto
wijzigen. U kunt kiezen uit: VGA(640*480),
QVGA(320*240), QQVGA(160*120) en
Mobiel(128*90). Het gekozen formaat wordt in
het opnamescherm getoond.
Fotokwaliteit: hier kunt u de kwaliteit van de foto
instellen. U kunt kiezen uit Superfijn, Fijn,
Normaal en Spaarstand. De gekozen instelling
verschijnt bovenin het display.
Geluid sluiter: hier kunt u het geluid kiezen dat u
hoort wanneer u op de sluiter drukt (de functietoets
Foto).
Standaardnaam: hiermee kunt u de
standaardbenaming voor foto's wijzigen.
Help: deze optie toont de functie van de stuur- en
volumetoetsen in de opnamestand.
Camera
147