Controleer het filter van de afvoerpomp regelmatig en houd het schoon.
Controleer of de pompwaaier onbelemmerd kan ronddraaien. Als deze
niet roteert, neem dan contact op met onze servicedienst. Zorg er ook
voor dat je het filter goed vastdraait om lekkage te voorkomen.
15.9 Het filter van de toevoerslang en het klepfilter reinigen
1.
1
2
3
3.
15.10 Noodafvoer
Het apparaat kan geen water afvoeren
door een storing.
Als dit optreedt, voert u stappen (1) tot
(8) uit van "Het afvoerfilter reinigen".
Maak de pomp zo nodig schoon.
Als u het water afpompt met
gebruikmaking van de
noodafpompprocedure, moet u het
aftapsysteem opnieuw activeren:
1. Giet 2 liter water in het wasvak van
de wasmiddellade.
2. Start het programma om het water af
te pompen.
2.
4.
20°
15.11 Voorzorgsmaatregelen
bij vorst
Als het apparaat is geïnstalleerd in een
gebied waar de temperatuur lager is dan
0° C, dan dient u het resterende water uit
de afvoerslang en de afvoerpomp te
verwijderen.
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Draai de waterkraan dicht.
3. Plaats de twee uiteinden van de
toevoerslang in een bak en laat het
water uit de slang stromen.
4. Leeg de afvoerpomp. Raadpleeg de
noodafvoerprocedure.
NEDERLANDS
37
45°