HOOFDSTUK 3
AFBEELDING 1. Hoogte VSN-camera
5. Selecteer de knop Volgende.
6. Meet vervolgens de afstand tussen de achteras van het voertuig en de cameralens en voer deze in.
OPMERKING: Een positieve waarde betekent dat de camera zich vóór de achteras bevindt.
AFBEELDING 2. Positie VSN-camera voorkant/achterkant
7. Selecteer de knop Volgende.
8. Voer de hoek (kanteling) van de camera vanuit horizontale positie in.
8
Bedieningshandleiding VSN