H. Gebruik op hellingen
1.
Op hellingen is extra voorzichtigheid geboden. Als u merkt dat de maaier te weinig tractie
op de helling heeft, is deze te steil om te maaien. Nat gras zal de tractie verminderen,
zodat de maaier op de helling heen en weer slipt. Dit kan ernstig letsel en materiële
schade veroorzaken.
2.
Meet voor de veiligheid elke helling voor u de maaier op hellend terrein gebruikt. Gebruik
een meetinstrument voor de hellingsgraad voor u de maaizones afbakent of deze maaier
op hellend of heuvelachtig terrein gebruikt. De maaier kan uit het maaigebied glijden als de
helling aan de rand van het gazon groter is dan 11° (20%).
3.
Maai niet op hellingen die groter zijn dan de volgende:
•
Binnen het gazon - 24° (45%)
•
Rand van het gazon - 11° (20%)
4.
Gebruik de maaier in geen enkele situatie waarin de tractie of de stabiliteit onzeker is. Let
altijd op de geschiktheid van het te maaien terrein. Een maaier die kantelt of over de kop
gaat, kan ernstig persoonlijk letsel of materiële schade veroorzaken.
5.
Houd ten minste 1,2 meter afstand van steile hellingen, greppels, hellingen of oevers, om
ervoor te zorgen dat de maaier de maaizone niet verlaat. Dat kan de maaier beschadigen of
ernstig letsel veroorzaken.
I. Onderhoud en speciale instructies
1.
Houd de maaier in goede staat van werking. Vervang versleten, beschadigde of defecte
onderdelen. U vindt de artikelnummers van de accu's, messen en voedingen in het boekje
"Extra informatie".
2.
Wijzig niets aan de maaier, om ernstig letsel te voorkomen.
3.
De maaimessen zijn zeer scherp. Omwikkel het mes of draag handschoenen en wees extra
voorzichtig wanneer u het mes vervangt.
4.
Schakel altijd de maaier uit en verwijder de uitschakelinrichting voordat u onderhoud
uitvoert aan of de verstopping van het maaiblad of de maaibladen en/of de aandrijfwielen
verwijdert of de maaier inspecteert. Probeer nooit onderhouds- of afstelwerkzaamheden
aan de maaier uit te voeren terwijl deze in werking is. Controleer of het maaimes en alle
bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voor u de maaier reinigt, repareert
of inspecteert.
5.
Het maaimes moet binnen twee (2) seconden na het indrukken van de rode STOP-knop
volledig tot stilstand komen. Als u niet binnen twee (2) seconden hoort dat het mes tot
stilstand is gekomen, moet de maaier door een erkende dealer worden gecontroleerd vóór
verder gebruik.
6.
Gebruik nooit een hogedrukreiniger of de tuinslang om de maaier te reinigen. Water kan
onderdelen en de programmeerbare controller beschadigen. Gebruik een vochtige doek om
het display te reinigen.
7.
Inspecteer het mes visueel op schade (bijv. abnormale slijtage, verbuigingen, barsten).
Vervang het mes alleen door een origineel, door de fabrikant goedgekeurd mes (OEM). Niet-
originele, door de fabrikant goedgekeurde messen passen niet goed en kunnen potentieel
gevaarlijk zijn.
8.
Het gebruik van reserveonderdelen die niet voldoen aan de oorspronkelijke specificaties
van de apparatuur kan leiden tot onjuiste prestaties en de veiligheid in gevaar brengen. Uw
garantie vervalt dan ook.
9.
Bij het raken van een vreemd voorwerp of wanneer de maaier komt vast te zitten, moet de
maaier worden gestopt en de startbeveiliging worden uitgetrokken. Inspecteer de maaier
zorgvuldig op schade. Repareer de schade voor u de maaier weer start en bedient.
9