Tabel 4. Opties in het menu Startup (vervolg)
Menu-item
Boot Mode
Option Key Display
Boot Device List F12 Option
Boot Order Lock
Waarden
• Legacy First
• UEFI First
CSM Support
• No
• Yes
• Quick
• Diagnostics
• Enabled
• Disabled
• Enabled
• Disabled
• Disabled
• Enabled
Opmerkingen
• UEFI Only: het systeem start op
vanaf het besturingssysteem met
UEFI-ondersteuning.
• Legacy Only: het systeem start op
vanaf een ander besturingssysteem
dan het besturingssysteem met
UEFI-ondersteuning.
Opmerking: Als u UEFI Only
selecteert, kan het systeem niet worden
opgestart vanaf opstartbare apparaten
die een besturingssysteem zonder
UEFI-ondersteuning hebben.
CSM (Compatibility Support Module)
is vereist voor het opstarten van het
oude besturingssysteem. Als u UEFI
Only selecteert, kunt u CSM Support
selecteren. Voor de modus Both of
Legacy Only kunt u CSM Support niet
selecteren.
Opmerking: De opties Both en CSM
Support zijn beschikbaar als OS
Optimized Defaults op het menu
Restart is ingesteld op Disabled, de
optie UEFI Only is beschikbaar als
OS Optimized Defaults op het menu
Restart is ingesteld op Enabled.
Quick: Het diagnose welkomstscherm
wordt niet weergegeven tenzij u op
Esc drukt tijdens het opstarten van het
systeem.
Diagnose: Het diagnose
welkomstscherm wordt altijd
weergegeven tijdens het opstarten
van het systeem.
Hiermee kunt u opgeven of het bericht
over de optiesleutel bij het opstarten van
het systeem moet worden afgebeeld.
Als u Enabled selecteert, wordt een
pop-uplijst met opstartapparaten
weergegeven wanneer u op de toets
F12 drukt.
Opmerking: Alleen gebruikers die het
beheerderswachtwoord kennen, kunnen
de instelling van deze optie wijzigen.
Als u Disabled selecteert, wordt
uw computer opgestart volgens de
standaardopstartprioriteit. Als u
Enabled selecteert, wordt uw computer
opgestart volgens de aangepaste
opstartprioriteit.
.
Hoofdstuk 5
Geavanceerde configuratie
83