Een veelgebruikt afdrukprofiel registreren
U kunt een veelgebruikt afdrukprofiel registreren bij Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) op het
tabblad Snel instellen (Quick Setup). Afdrukprofielen die u niet meer nodig hebt, kunt u op elk gewenst moment
verwijderen.
De procedure voor het opslaan van een afdrukprofiel is als volgt:
Een afdrukprofiel registreren
1.
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Stel de benodigde items in
Selecteer het afdrukprofiel dat u wilt gebruiken bij Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) op het
tabblad Snel instellen (Quick Setup) en wijzig zo nodig de instellingen onder Extra functies (Additional Features).
U kunt de gewenste items ook instellen op de tabbladen Afdruk (Main) en Pagina-instelling (Page Setup).
3.
Klik op Opslaan... (Save...)
Het dialoogvenster Veelgebruikte instellingen opslaan (Save Commonly Used Settings) wordt geopend.
4.
Sla de instellingen op
Geef een naam op in het veld Naam (Name). Klik zo nodig op Opties... (Options...) om opties in te stellen en klik
vervolgens op OK.
Klik in het dialoogvenster Veelgebruikte instellingen opslaan (Save Commonly Used Settings) op OK om de
afdrukinstellingen op te slaan en terug te keren naar het tabblad Snel instellen (Quick Setup).
De naam en het pictogram worden weergegeven in Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings).
Belangrijk
104