De apparaatinstellingen wijzigen op het LCD-scherm
In dit gedeelte wordt de procedure voor het wijzigen van de instellingen in het scherm Apparaatinstellingen (Device
settings) beschreven. Daarbij worden de stappen voor het opgeven van de optie Uitbr. Kop.hoevlheid (Extended copy
amt.) als voorbeeld genomen.
Opmerking
Een * (sterretje) op het LCD geeft de huidige instelling aan.
1.
Zorg dat het apparaat is ingeschakeld.
Controleer of de printer is ingeschakeld
2.
Druk op de knop Instellingen (Setup).
Het scherm Instellingenmenu (Setup menu) wordt weergegeven.
3.
Selecteer met de knop
vervolgens op de knop OK.
Wanneer u de faxinstellingen wijzigt, drukt u op de knop Instellingen (Setup) en selecteert u Faxinstellingen (Fax
settings).
4.
Gebruik de knoppen
knop OK.
5.
Gebruik de knoppen
druk op de knop OK.
6.
Selecteer een instelling met de knoppen
Meer informatie over de verschillende instellingsitems:
Faxinstellingen
Afdrukinstellingen
Gebr.instell. appar.
Instell. herstellen
de optie Apparaatinstellingen (Device settings) en druk
om Afdrukinstellingen (Print settings) te selecteren en druk op de
om Uitbr. Kop.hoevlheid (Extended copy amt.) te selecteren en
en druk vervolgens op de knop OK.
112