3.
WERKEN MET DIT SYSTEEM
3.1.
Interface eenheid
De gebruikersinterface die in het apparaat is geïnstalleerd, is verdeeld in 4 functionele groepen:
1.
Weergave numerieke waarden (afb.1)
2.
Werkelijke parameter/subparametergroep (afb. 2)
3.
Pictogrammen (afb. 3)
4.
Menu/navigatietoetsen (afb. 4)
De interface heeft een structuur met meerdere niveaus, die als volgt zijn verdeeld:
Hoofdmenu
Page [1]
Page [2]
...
Page [N]
D-EOMHP01501-22_01NL 6/33
Parameters
Parameter [1.00]
...
Parameter [1.XX]
Parameter [2.00]
...
Parameter [2.XX]
...
Parameter [N.00]
..
Parameter [N.XX]
Subparameters
Sub-Parameter [1.0.0]
...
Sub-Parameter [1.0.XX]
...
Sub-Parameter [1.XX.0]
...
Sub-Parameter [1.XX.YY]
Sub-Parameter [2.0.0]
...
Sub-Parameter [2.0.XX]
...
Sub-Parameter [2.XX.0]
...
Sub-Parameter [2.XX.YY]
...
Sub-Parameter [N.00.0]
...
Sub-Parameter [N.XX.YY]
...
Sub-Parameter [N.00.0]
...
Sub-Parameter [N..XX.YY]