5.2.3.1.3 Ritme van de rijpadenschakeling
programmeren
De afstand tussen de rijpaden (spuitsporen) is
afhankelijk van de werkbreedte van de zaaimachine
en wordt bepaald door de werkbreedte van de
navolgende werktuigen zoals bijv.
• kunstmeststrooier en/of
• veldspuit.
Afhankelijk van de werkbreedte van deze werktuigen
moeten de rijpaden (spuitsporen) op verschillende
afstand van elkaar kunnen worden aangelegd.
De verschillende rijpadensystemen worden in de
bedieningshandleiding van de zaaimachine verder
toegelicht.
Voorbeeld:
Zaaimachine:
3m werkbreedte
kunstmeststrooier/
24m werkbreedte =
veldspuit:
24m rijspoorafstand
• In de bedieningshandleiding "zaaimachine" het
hoofdstuk over "nokkenrad rijspoorschakeling
"opzoeken.
Tabel 4:
Uittreksel uit de bedieningshandleiding "zaaimachine "
A
B
A
werkbreedte van de
zaaimachine
-
in de bovenstaande tabel de regel opzoeken, waarin
de werkbreedte van de zaaimachine (3 m) en de
afstand tussen de rijpaden (24 m) naast elkaar staan.
• Het schakel;ritme "8" (hier in Tabel 5) aflezen.
In bedrijfstellen
C
4
8
6
5
B
rijpadenafstand
D
0
7
1
2
3
C
schakelritme
-
indrukken en op het display verschijnt het
actuele schakelritme.
0
4
5
6
7
D
rijpadenteller,geregeld en
weergegeven door
AMALOG
AMALOG DB 550 03.01
21