Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Invoer Van Specifieke Machinegegevens; 5.2.3.1.1 Wielsensor Calibreren - Amazone Amalog Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

16
5.2.3.1

Invoer van specifieke machinegegevens

5.2.3.1.1 Wielsensor calibreren

Voor het berekenen van de rijsnelheid AMALOG de
calibratiewaarde
"Imp./100m"
wielsensor tijdens het rijden van een 100m lang
meettraject aan de AMALOG doorgeeft.
I
Het calibratiegetal "Imp./100m" mag niet
kleiner dan "250" zijn, anders werkt de
AMALOG niet naar behoren.
Er zijn twee mogelijkheden om het calibratiegetal
"Imp./100m" in te voeren:
• het calibratiegetal "Imp./100m" is bekend en wordt
met de toetsen ingevoerd.
• het calibratiegetal "Imp./100m" is onbekend en
wordt door het afrijden van een meettraject
vastgesteld.
Wij adviseren bij wisselende
bodemgesteldheid het calibratiegetal
door het afrijden van een meettraject
vast te stellen.
1. Het calibratiegetal "Imp./100m" is bekend
F
Het calibratiegetal "Imp./100m" is
afhankelijk van
• het betreffende type zaaimachine
• de wijze waarop de sensoren zijn
bevestigd
• de bodemgesteldheid.
• Bij stilstaande machine
• Het bekende calibratiegetal "Imp./100m" in Tabel 2
opzoeken en met de toetsen
kiezen.
AMALOG DB 550 03.01
In bedrijfstellen
nodig,
die
de
indrukken.
of
Weergave van het gekozen calibratiegetal
indrukken en het gekozen calibratiegetal in het
geheugen opslaan.
nogmaals indrukken en de opgeslagen
waarde controleren. Op het display moet nu het
ingevoerde calibratiegetal verschijnen.
I
De in Tabel 2 aangegeven
calibratiegetallen zijn gemiddelde
waarden uit de praktijk.
I
Indien er afwijkingen ontstaan tussen de
berekende oppervlakte door AMALOG
en de werkelijke bewerkte oppervlakte,
het calibratiegetal door het afrijden van
een 100m lang meettraject opnieuw
vaststellen (zie hiervoor hfdst. 5.2.3.1.1
punt 2).

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave