Applicaties op een iPhone of smartphone gebruiken
Gebruik van de aanraaktoetsen
1
1 Een keer aantippen: het menuscherm van
de applicatie openen.
Aantippen en vasthouden: stemherken-
ning starten.
p U kunt de stemherkenningsfunctie ook
starten door de toets HOME aan te tip-
pen en vast te houden.
2 Opent het beginmenuscherm van dit pro-
duct.
p U kunt het beginmenuscherm van dit
product ook openen door HOME aan te
tippen.
Startprocedure
1
Sluit een iPhone op dit product aan via
de los verkrijgbare USB-interfacekabel
voor iPod/iPhone (CD-IU52).
Het applicatiemenuscherm verschijnt.
p Als een iPhone is aangesloten en een ander
scherm wordt weergegeven, tip dan [Apple
CarPlay] aan in het beginmenuscherm om
het menuscherm van de applicatie te ope-
nen.
= Raadpleeg de Installatiehandleiding voor
details over de verbindingen.
2
Tip het gewenste applicatiepictogram
aan.
De gewenste applicatie wordt gestart en het
applicatiebedieningsscherm verschijnt.
3
Bedien de applicatie.
2
De bestuurderspositie instellen
U kunt de weergavepositie van de zijbalk op
het menuscherm van de applicatie wijzigen
naargelang de bestuurderspositie.
1
Tip de toets HOME aan om het begin-
menuscherm weer te geven.
2
Tip de volgende toetsen aan in de aan-
gegeven volgorde.
Het "Systeem" scherm verschijnt.
3
Tip [Apple CarPlay instellingen] aan.
4
Tip [Bestuurd. Plaats] aan.
5
Tip het item aan dat u wilt instellen.
! Links (standaard):
Selecteer dit voor een voertuig met het
stuur links. De zijbalk in het applicatiemenu
wordt links in het scherm weergegeven.
! Rechts:
Selecteer dit voor een voertuig met het
stuur rechts. De zijbalk in het applicatieme-
nu wordt rechts in het scherm weergege-
ven.
Deze instelling wordt toegepast wanneer een
apparaat dat compatibel is met Apple Car-
Play de volgende keer op dit product wordt
aangesloten.
Volume afstellen
Het geluidsvolume voor begeleiding/waar-
schuwingen kan afzonderlijk van het hoofdvo-
lume worden ingesteld.
% Tip de toets VOL (+/–) aan.
Apple CarPlay
1
2
3
Nl
Hoofdstuk
11
67