Hoofdstuk
22
Gemeenschappelijke bewerkingen
5
Stem af op de digitale zender.
Wanneer de informatie over het muziekstuk
wordt ontvangen, wordt
dens de uitzending van het stuk en wordt de
aanraaktoets actief.
= Zie voor details Tagindicator voor iTunes
op bladzijde 37.
= Zie Gebruik van de aanraaktoetsen op blad-
zijde 36 voor details.
6
Tip de aanraaktoets aan waarop de in-
formatie over het muziekstuk wordt weer-
gegeven.
De informatie over het uitgezonden muziek-
stuk wordt op dit product opgeslagen.
Tijdens de ontvangst van de informatie wordt
weergegeven.
Na de voltooiing wordt
weergegeven.
p Op dit product kan informatie over maxi-
maal 50 muziekstukken worden opgesla-
gen.
Afhankelijk van wanneer de informatie
wordt opgeslagen, kan de informatie voor
het vorige of volgende muziekstuk worden
opgeslagen.
7
Sluit uw iPod aan.
De informatie over het muziekstuk wordt over-
gezet naar de iPod.
p Als de iPod al is aangesloten, wordt infor-
matie over een muziekstuk iedere keer over-
gezet als u de aanraaktoets aantipt waarop
de informatie wordt weergegeven.
Wanneer het overzetten naar de iPod vol-
tooid is, verdwijnt
p Wanneer de informatie over het muziekstuk
overgezet is, wordt de informatie op dit pro-
duct automatisch gewist.
p Als u dit product uitschakelt of de iPod ont-
koppelt terwijl informatie over een muziek-
stuk wordt overgezet, kan het overzetten
wellicht niet voltooid worden.
p Overzetten naar een iPod is niet mogelijk
terwijl informatie over een muziekstuk op
dit product wordt opgeslagen.
108
Nl
weergegeven tij-
®
uitgeschakeld en
.
De "Sound Retriever"
functie instellen
De "Sound Retriever" functie verbetert auto-
matisch de weergave van gecomprimeerde
audio en zorgt voor een vol geluid.
% Tip de volgende toets zo vaak als nodig
aan om de gewenste instelling weer te
geven op het AV-bedieningsscherm.
De "Sound Retriever" functie instellen.
(stand 1) (standaard):
!
De "Sound Retriever" functie activeren.
(stand 2):
!
De "Sound Retriever" functie activeren.
(uit):
!
De "Sound Retriever" functie uitschake-
len.
p Stand 1 heeft een sterker effect dan stand
2.
De breedbeeldstand
veranderen
U kunt de beeldgrootte voor video- en JPEG-
beelden instellen.
p De standaardinstelling is "Full", en "Nor-
mal" voor JPEG-beelden.
1
Tip de volgende toets aan.
De instelling weergeven voor selectie
van de geschikte schermverhouding
voor video.
p De weergave van deze toets verschilt afhan-
kelijk van de huidige instelling.
2
Tip de gewenste stand aan.
! Full
Een beeld van 4:3 wordt alleen in horizonta-
le richting vergroot, waardoor u naar een
TV-beeld van 4:3 (normaal beeld) zonder
weglatingen kunt kijken.
p Deze instelling is alleen voor video.