4.4 Standaard automatische afstelling
Opmerking: Standaard automatische afstelling resulteert niet altijd in optimale regelcondities.
Standaard automatische afstelling voor lineaire servomotoren*
1.
Houd MODE ingedrukt tot ADJ_LIN wordt weergegeven.
2.
Houd MODE ingedrukt tot het aftellen eindigt.
3.
MODE lossen; hierdoor start de automatische afstelling.
Standaard automatische afstelling voor roterende servomotoren*
1.
Houd ENTER ingedrukt tot ADJ_ROT wordt weergegeven.
2.
Houd ENTER ingedrukt tot het aftellen eindigt.
3.
ENTER lossen; hierdoor start de automatische afstelling.
Wanneer de automatische afstelling succesvol is, worden de parameters automatisch opgeslagen en keert de
klepstandsteller terug naar de bedrijfsmodus 1.1.
Wanneer tijdens de automatische afstelling een fout optreedt, dan wordt het proces met een foutmelding beëindigd.
Wanneer een fout optreedt, moeten de volgende stappen worden uitgevoerd:
1.
Houd de bedieningstoets PIJLTJE OMHOOG of PIJLTJE OMLAAG ongeveer drie seconden ingedrukt.
Het toestel schakelt over naar het bedrijfsniveau, modus 1.3 (manuele afstelling binnen het meetbereik).
2.
Controleer de mechanische montage volgens Mechanische montage op pagina 11 en herhaal de standaard
automatische afstelling.
* De nulpositie wordt bij de standaard automatische afstelling automatisch bepaald en opgeslagen, bij lineaire
servomotoren tegen de klok in (CTCLOCKW) en bij roterende servomotoren met de klok mee (CLOCKW).
36
SP7-20, SP7-21 en SP7-22 Intelligente klepstandsteller
IM-P706-03-NL CTLS-UKn-04