Audio-
instellingen
functie Automatische volumeaanpassing (ASL) reageert op deze
variërende omgevingsgeluiden en verhoogt automatisch het
volume als het geluid van buitenaf toeneemt. U kunt de gevoelig-
heid van de ASL-functie (de volumewijziging ten opzichte van het
achtergrondgeluidsniveau) op vijf niveaus instellen.
1 Geef het instellingsscherm "Geluid" weer.
Raadpleeg Het instellingsscherm "Geluid" weergeven op
bladzijde 59
2 Tip [ASL] aan.
3 Tip het gewenste niveau aan.
62
Menuthema
Het instellingenscherm
"Thema" weergeven
1 Druk op de HOME-toets.
2 Raak
aan en dan
.
De achtergrond selecteren
U kunt de achtergrond uit een aantal vooringestelde items selec-
teren. Bovendien kunt u een van uw eigen foto's instellen.
1 Geef het scherm "Thema" weer.
Raadpleeg Het instellingenscherm "Thema" weergeven op
bladzijde 62
2 Raak [Achtergrond] aan.
3 Raak [Home] of [AV] aan om de schermweer-
gave over te schakelen.
De instellingen kunnen afzonderlijk voor het
AV-bedieningsscherm en het beginmenuscherm worden
opgeslagen.
4 Raak het item aan.
Vooringestelde displays: Het gewenste vooringestelde
achtergronddisplay selecteren.
(aangepast): Een geïmporteerd beeld van het externe
geheugenapparaat als achtergronddisplay instellen.
Raadpleeg Een achtergrondbeeld op het externe geheu-
genapparaat instellen op bladzijde 62
(uit): Het achtergronddisplay verbergen.
Een achtergrondbeeld op het externe
geheugenapparaat instellen
BELANGRIJK
Zet de motor niet uit terwijl een beeld van het externe geheu-
genapparaat wordt geïmporteerd.
p Beelden die gebruikt worden als achtergronddisplay moeten
aan de volgende voorwaarden voldoen.
— JPEG-beeldbestand (.jpg of .jpeg)
— De toegestane gegevensgrootte is 10 MB of kleiner
— De toegestane beeldgrootte is 4 000 pixels × 4 000 pixels
of kleiner
1 Sluit het externe geheugenapparaat aan.
Raadpleeg Een USB-geheugenapparaat aansluiten en losma-
ken op bladzijde 5
2 Geef het scherm "Thema" weer.
Raadpleeg Het instellingenscherm "Thema" weergeven op
bladzijde 62
3 Raak [Achtergrond] aan.
4 Tip
aan.
5 Tip het gewenste externe geheugenapparaat
aan.
6 Tip de afbeelding aan.
De helderheid van de verlich-
ting instellen
U kunt de helderheid van de verlichting wijzigen. Het aangepaste
helderheidsniveau wordt opgeslagen.
1 Geef het scherm "Thema" weer.
Raadpleeg Het instellingenscherm "Thema" weergeven op
bladzijde 62
2 Raak [Verlichting] aan.
3 Versleep de balk om de helderheid aan te
passen.
U kunt de helderheid ook aanpassen door
aan te tippen.
4 Raak [Memo] aan en houd hem vast om het
aangepaste helderheidsniveau in het geheugen
op te slaan.
Het aangepaste helderheidsniveau wordt in het geheugen
opgeslagen.
Als u hierna dezelfde toets aanraakt, wordt het ingestelde helder-
heidsniveau uit het geheugen opgeroepen.
De themakleur selecteren
1 Geef het scherm "Thema" weer.
Raadpleeg Het instellingenscherm "Thema" weergeven op
bladzijde 62
2 Raak [Thema] aan.
3 Tip de kleur aan.
U kunt het beginmenuscherm of
AV-bedieningsscherm bekijken door respectieve-
lijk [Home] of [AV] aan te tippen.
of