Systeeminstellingen
Weergave in spiegelbeeld instellen
voor het achteruitkijkbeeld
U kunt instellen of het beeld van de achteruitkijkcamera op het
voordisplay in spiegelbeeld wordt weergegeven.
De standaardinstelling is "Uit".
p Deze instelling kan alleen worden gebruikt als u het voertuig
op een veilige plaats parkeert en de handrem aantrekt.
p Deze functie is beschikbaar als "Ingang camera achter" is
ingesteld op "Aan".
Raadpleeg De achteruitkijkcamera activeren op bladzijde 55
1 Geef het scherm "Systeem" weer.
Raadpleeg Het instellingsscherm "Systeem" weergeven op
bladzijde 55
2 Tip [Camera-instellingen] aan.
3 Tip [Cam. achter: video omk.] aan om over te
schakelen tussen "Aan" en "Uit".
De richtlijnen voor parkeerassisten-
tie instellen
De richtlijnen voor parkeerassistentie
weergeven
U kunt instellen of tijdens het achteruit rijden richtlijnen voor
parkeerassistentie worden weergegeven op het beeld van de
achteruitkijkcamera.
De standaardinstelling is "Uit".
1 Geef het scherm "Systeem" weer.
Raadpleeg Het instellingsscherm "Systeem" weergeven op
bladzijde 55
2 Tip [Camera-instellingen] aan.
3 Tip [Parkeerhulp] aan om over te schakelen
tussen "Aan" en "Uit".
De richtlijnen voor parkeerassistentie
bijstellen
BELANGRIJK
Parkeer het voertuig op een veilige plaats en trek de
handrem aan voordat u begint met het afstellen van de
richtlijnen.
Zet de contactschakelaar uit (ACC OFF) voordat u uit het
voertuig stapt om de markeringen te plaatsen.
De achteruitkijkcamera heeft een beperkt bereik. Ook
56
kunnen de richtlijnen voor de voertuigbreedte en de af-
stand die op het beeld van de achteruitkijkcamera worden
weergegeven, verschillen van de feitelijke voertuigbreedte
en afstand. (De richtlijnen zijn rechte lijnen.)
De beeldkwaliteit kan verslechteren afhankelijk van de
gebruiksomgeving, zoals 's nachts of op erg donkere
plaatsen.
1 Parkeer uw voertuig op een veilige plaats en
trek de handrem aan.
2 Breng de volgende markeringen aan met tape
of iets dergelijks.
2 m
50 cm
Markeringen
Markeringen
Achterbumper
3 Geef het scherm "Systeem" weer.
Raadpleeg Het instellingsscherm "Systeem" weergeven op
bladzijde 55
4 Tip [Camera-instellingen] aan.
5 Tip [Parkeerhulp instellen] aan.
6 Stel de richtlijnen in door de vier punten te
verslepen.
Stel de richtlijnen zo in dat ze over de markeringen komen te
liggen.
p Tip indien nodig
/ / / /
/
aan om de richtlijnen
bij te stellen. Tip [Stand.] aan om de instellingen te resetten.
De camera instellen voor de
stand Cameraweergave
Als u Cameraweergave altijd wilt weergeven, moet u
"Cameraweergave" op "Aan" instellen. (Dezelfde stand wordt
ingeschakeld als u
aantipt op het scherm met het camera-
beeld. De instelwaarde wordt gesynchroniseerd.)
De standaardinstelling is "Uit".
p Om de achteruitkijkcamera in te stellen als de camera voor
de stand Cameraweergave, stelt u "Ingang camera achter"
in op "Aan".
Raadpleeg De achteruitkijkcamera activeren op bladzijde
55
1 Geef het scherm "Systeem" weer.
Raadpleeg Het instellingsscherm "Systeem" weergeven op
bladzijde 55
2 Tip [Camera-instellingen] aan.
3 Tip [Cameraweergave] aan om over te schake-
len tussen "Aan" en "Uit".
p U kunt deze functie ook inschakelen door
[Cameraweergave] aan te tippen in het
AV-bronselectiescherm of in de bronnenlijst.
25 cm
De veilige modus instellen
U kunt de veilige modus instellen waarmee wordt geregeld dat
sommige functies alleen werken wanneer u het voertuig op een
veilige plaats parkeert en de handrem aantrekt.
De standaardinstelling is "Aan".
25 cm
1 Geef het scherm "Systeem" weer.
Raadpleeg Het instellingsscherm "Systeem" weergeven op
bladzijde 55
2 Tip [Veilige Modus] aan om over te schakelen
tussen "Aan" en "Uit".
De demonstratiestand instellen
De standaardinstelling is "Aan".
1 Geef het scherm "Systeem" weer.
Raadpleeg Het instellingsscherm "Systeem" weergeven op
bladzijde 55
2 Tip [Demo mode] aan om over te schakelen
tussen "Aan" en "Uit".
De systeemtaal selecteren
p Als de gebruikte taal niet overeenkomt met de taalinstelling
van dit toestel, wordt tekst wellicht niet juist weergegeven.
p Het is mogelijk dat sommige tekens niet juist worden
weergegeven.
1 Geef het scherm "Systeem" weer.
Raadpleeg Het instellingsscherm "Systeem" weergeven op
bladzijde 55