2.
Controleer of de geheugenchip is beschadigd.
3.
Controleer het oppervlak van de afbeeldingsdrum aan de
onderkant van de tonercartridge.
VOORZICHTIG:
raak de rol (afbeeldingsdrum) aan de
onderkant van de cartridge niet aan. Vingerafdrukken op de
afbeeldingsdrum kunnen problemen geven met de
afdrukkwaliteit.
4.
Vervang de tonercartridge als zich krassen, vingerafdrukken
of andere beschadigingen op de afbeeldingsdrum bevinden.
5.
Als de afbeeldingsdrum niet is beschadigd, schudt u de
tonercartridge een paar keer licht en installeert u deze
vervolgens opnieuw. Druk enkele pagina's af om te zien of het
probleem is opgelost.
Papier en afdrukomgeving controleren
Papier gebruiken dat voldoet aan de specificaties van HP
Gebruik ander papier als zich een van de volgende problemen voordoet:
●
De afdruk is te licht of op sommige plekken vervaagd.
●
Er bevinden zich tonervlekken op de afgedrukte pagina's.
●
Op de afgedrukte pagina's is toner uitgelopen.
NLWW
De afdrukkwaliteit verbeteren 179