Afdrukken
Problemen met de afdruk of met de kwaliteit van de afdruk
De printer is ingeschakeld, maar drukt niet af.
Oorzaak
De interfacekabel is beschadigd of gedraaid.
De printer is niet direct op uw computer aange-
sloten.
Het printerstuurprogramma is niet correct geïn-
stalleerd.
Het papier is vastgelopen of het lint of bescher-
mingsmechanisme is vastgelopen.
De USB-instelling is fout.
De Netwerk-instelling is fout.
(alleen LQ-690IIN)
De printer is blijven hangen (gestopt in abnor-
male situaties).
De printer drukt niet af wanneer de computer gegevens verzendt.
Oorzaak
De printer is onderbroken.
De interfacekabel is niet veilig aangesloten.
Uw interfacekabel voldoet niet aan de specifica-
ties van de printer en/of computer.
LQ-690II/LQ-690IIN
Te verrichten handeling
Controleer of de interfacekabel niet is beschadigd of gedraaid.
Als u een andere interfacekabel hebt, vervang dan de kabel en
controleer of de printer correct werkt.
Als u een printerwisselaar, printerbuffer of een verlengkabel ge-
bruikt, drukt de printer niet correct af vanwege de combinatie
van deze apparaten. Controleer of de printer correct werkt wan-
neer deze is aangesloten op uw computer zonder deze appara-
ten.
Controleer of het printerstuurprogramma correct is geïnstal-
leerd. Installeer het printerstuurprogramma opnieuw indien no-
dig.
Schakel de printer uit, open de printerkap en verwijder het vast-
gelopen papier of andere zaken die zijn vastgelopen.
Controleer of de USB-instelling correct is. Zie "Problemen met
de USB-aansluiting verhelpen" op pagina 88 voor meer infor-
matie.
Controleer of de Netwerk-instelling correct is. Zie "Problemen
oplossen" in de Netwerkhandleiding.
Schakel de printer uit en wacht even. Schakel dan de printer op-
nieuw in en start het afdrukken.
Te verrichten handeling
Druk op de knop
om het lampje Pause uit te zetten.
Controleer of beide uiteinden van de kabel tussen de printer en
computer veilig zijn aangesloten. Als de kabel correct is aange-
sloten, voert u een zelftest uit zoals beschreven in "Een zelftest
afdrukken" op pagina 96.
Gebruik een interfacekabel die zowel aan de vereisten van de
printer als aan deze van de computer voldoet. Zie "Elektronisch"
op pagina 116 en uw computerdocumentatie.
Gebruikershandleiding
Probleemoplossing
82