Hoofdstuk 2
Papierverwerking
Een papierbron selecteren
Uw printer kan afdrukken op kettingpapier, meervoudige formulieren (met één origineel en
maximaal zes kopieën), kaarten, etiketten, losse vellen, enveloppen en papierrollen.
Let op:
!
Gebruik geen papier dat is gevouwen (behalve flappen van enveloppen), gekreukeld, omgekruld
of gescheurd of papier met vlekken of stempels. Gebruik altijd nieuw, schoon papier dat voldoet
aan de papierspecificaties. Zie "Papier" op pagina 119 voor meer gedetailleerde informatie.
Uw printer biedt ruimte voor verschillende papiertypes via twee papierbronnen: velgeleider of
tractor. U moet de papierbron selecteren, afhankelijk van de papiersoort die u gebruikt. Voor het
selecteren van de gewenste papierbron gebruikt u de papierontgrendelingshendel. Zie
"Printeronderdelen" op pagina 14 voor meer informatie.
Papierbron en papiersoorten
Globaal gesproken is er sprake van twee papiersoorten en twee papierbronnen. De onderstaande
tabel toont de relatie tussen de posities van de papierontgrendelingshendel en papiersoorten,
evenals de laad- en uitwerprichting voor het papier.
Papiersoort
1
Kettingpapier *
Papiertraject
Tractor
LQ-690II/LQ-690IIN
Gebruikershandleiding
Papierontgrendelingshen-
del
Stand voor de invoer via de
tractor
Papierverwerking
30