De printer instellen in een netwerk
De printer delen
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de printer kunt delen in een standaard Windows-netwerk.
De computers in een netwerk kunnen een printer delen die rechtstreeks is aangesloten op een van
de computers. De computer die rechtstreeks op de printer is aangesloten, fungeert als printerserver
en de andere computers zijn de clients die toestemming nodig hebben om de printer te kunnen
delen met de printerserver. De clients delen de printer via de printerserver.
Afhankelijk van de versies van het Windows-besturingssysteem en uw toegangsrechten in het
netwerk, kunt u de gewenste instellingen voor de printerserver en de clients opgeven.
❏ Zie "De printer instellen als een gedeelde printer" op pagina 69.
❏ Zie "Instellen van de clients" op pagina 71.
Opmerking:
❏ Als de printer wordt gedeeld, moet u EPSON Status Monitor 3 zodanig instellen dat de gedeelde
printer op de printerserver en op clientcomputers kan worden gecontroleerd. Zie "EPSON Status
Monitor 3 instellen" op pagina 62.
❏ Als u via een router verbinding hebt met een gedeelde printer, worden wegens de routerinstellingen
foutmeldingen en waarschuwingen voor gedeelde printers tijdens het afdrukken soms niet
weergegeven.
❏ De printerserver en de clients dienen op hetzelfde netwerksysteem te worden ingesteld en vooraf
onder hetzelfde netwerkbeheer te worden opgezet.
De printer instellen als een gedeelde printer
Volg deze stappen om de printerserver in te stellen.
Opmerking:
U moet zich bij de lokale computer aanmelden als beheerder.
1. Klik op de knop Start en selecteer dan Windows System (Windows-systeem) > Control
Panel (Configuratiescherm) > View devices and printers (Apparaten en printers
weergeven) in Hardware and Sound (Hardware en geluiden).
LQ-690II/LQ-690IIN
Gebruikershandleiding
Printersoftware
69