Instellingen
Print Optimizations (Afdruk-
*
optimalisaties)
Print Speed (Afdruksnel-
heid)
Print Direction (Afdrukrich-
ting)
Printable Area (Afdrukge-
bied)
Top Margin Priority (Priori-
teit bovenmarge)
Printer Font Setting (Letter-
type-instelling van printer)
Packet mode (Pakketmodus)
* Zie Windows help voor meer informatie.
Definitie van aangepast papierformaat
Als het papier dat u gebruikt niet wordt vermeld in de vervolgkeuzelijst Paper Size (Formaat), kunt
u het formaat aan de lijst toevoegen.
Uitleg
Selecteer Disable (Uitschakelen) wanneer de printer de lettertypes van het appa-
raat niet gebruikt, en selecteer Enable (Inschakelen) wanneer de printer de letter-
types van het apparaat gebruikt.
Hier kunt u de afdruksnelheid selecteren. Als Standard (Standaard) is geselecteerd
wordt afgedrukt met de standaard afdrukmodus. Wanneer High Speed (Hoge snel-
heid) is geselecteerd, wordt afgedrukt in afdrukmodus met hoge snelheid.
Hier kunt u desgewenst de optie Bidirectioneel afdrukken selecteren. Als u Printer
Setting (Printerinstelling) selecteert, worden de instellingen gebruikt die in de
printer zijn opgeslagen. Als u Bidirectional (Bidirectioneel) selecteert, activeert u
de modus voor afdrukken in beide richtingen. Als u Unidirectional (Unidirectio-
neel) selecteert, activeert u de modus voor afdrukken in één richting.
Controleer of de Bi-d (Bi-d.) is geselecteerd als de instelling Print direction (Af-
drukrichting) die is opgeslagen in de printer. Anders wordt deze instelling gene-
geerd door de printer.
Als Standard (Standaard) is geselecteerd, wordt het normale afdrukgebied voor
Epson-matrixprinters gebruikt. Als Maximum (Maximum) is geselecteerd, wordt
het maximum afdrukgebied van de printer gebruikt.
Selecteer welke instellingen voor de startpositie van de afdruk voorrang krijgen: de
driver- of de printerinstellingen. Meer details vindt u in de online Help (Help) van de
printerdriver.
Selecteer een tekentabelgroep die u wilt gebruiken. U kunt kiezen uit drie tekenta-
belgroepen: Standard (Standaard), Expanded (Uitgebreid) en None (Geen)(Bit-
mapafbeeldingen afdrukken).
Als u Standard (Standaard) of Expanded (Uitgebreid) selecteert, gebruikt de prin-
ter de apparaatlettertypen. Expanded (Uitgebreid) bevat meer lettertypen dan de
optie Standard (Standaard).
Als u None (Geen) selecteert, gebruikt de printer bitmapafbeeldingen in plaats van
apparaatlettertypen.
Zie "Elektronisch" op pagina 116 voor informatie over de lettertypen die in elke ta-
bel zijn opgenomen.
Gewoonlijk hoeft deze instelling niet te worden gewijzigd. Als u instellingen Packet
mode (Pakketmodus) van de printer wijzigt, pas deze instelling dan op dezelfde wij-
ze aan. Als de printer- en driverinstellingen verschillen, verloopt het afdrukken mo-
gelijk niet correct. Meer details vindt u in de online Help (Help) van de printerdriver.
LQ-690II/LQ-690IIN
Gebruikershandleiding
Printersoftware
59