Menuopties
4. Kies Verzenden via → Bluetooth.
De telefoon zoekt naar apparaten binnen het
bereik en er wordt een lijst met beschikbare
apparaten weergegeven.
5. Selecteer een apparaat.
6. Geef, indien nodig, de Bluetooth-PIN-code in die
vereist is voor het koppelen en druk op <OK>.
Gegevens ontvangen via Bluetooth
Als u gegevens wilt ontvangen via Bluetooth, moet de
Bluetooth-functie op de telefoon zijn ingeschakeld.
1. Als een niet-goedgekeurd Bluetooth-apparaat
gegevens naar uw telefoon probeert te verzenden,
kunt u op <Ja> drukken als u het apparaat
toegang tot uw telefoon wilt verlenen.
2. Druk op <Ja> om de gegevens te ontvangen.
Beveiliging
(menu 9.8)
Met dit menu kunt u de telefoon beveiligen tegen
ongeoorloofd gebruik door de verschillende
toegangscodes voor uw telefoon en SIM-kaart te
gebruiken.
102
Als u driemaal achter elkaar een onjuiste PIN-/PIN2-
code ingeeft, wordt de SIM-kaart geblokkeerd. U
kunt deze blokkering opheffen door uw PUK-/PUK2-
code (Personal Unblocking Key) in te voeren. Deze
codes krijgt u van uw provider.
Controle PIN-code
(menu 9.8.1)
Met de PIN-code (Persoonlijk Identificatie Nummer)
van vier tot acht cijfers beveiligt u de SIM-kaart tegen
gebruik door onbevoegden. Als deze functie is
ingeschakeld, moet u steeds als u de telefoon aanzet,
de PIN-code ingeven.
PIN-code wijzigen
(menu 9.8.2)
Met dit menu kunt u de PIN-code wijzigen. De functie
Controle PIN-code moet zijn ingeschakeld om de
PIN-code te kunnen wijzigen.
Telefoon vergrendelen
Met dit menu kunt u de telefoon blokkeren zodat deze
niet door onbevoegden kan worden gebruikt. Als deze
functie is ingeschakeld, moet u steeds als u de
telefoon aanzet een wachtwoord van vier tot acht
cijfers ingeven.
(menu 9.8.3)