3. Selecteer een apparaat.
4. Geef een Bluetooth-PIN-code in en druk op <OK>.
Deze code wordt slechts eenmaal gebruikt en u
hoeft deze niet te onthouden.
Als de eigenaar van het andere apparaat dezelfde
code intoetst, zijn de apparaten gekoppeld.
Sommige apparaten, met name headsets en
handsfree carkits, hebben een vaste Bluetooth-PIN-
code, zoals 0000. Als het andere apparaat een code
heeft, moet u deze ingeven.
Opties voor apparaten
Druk in de lijst met apparaten op <Opties> om de
volgende opties weer te geven:
•
Verbinden: hiermee maakt u verbinding met een
headset of handsfree carkit.
•
Verbinding verbreken: hiermee verbreekt u de
verbinding met het apparaat.
•
Door bestanden bladeren: hiermee kunt u
zoeken naar gegevens op het apparaat en deze
rechtstreeks importeren in de telefoon.
•
Servicelijst: hiermee opent u de lijst met
Bluetooth-diensten van het apparaat.
•
Naam wijzigen: hiermee wijzigt u de naam van
het gekoppelde apparaat.
•
Apparaat goedkeuren/Apparaat niet
goedkeuren: hiermee bepaalt u of u wilt worden
gevraagd om toestemming wanneer andere
apparaten proberen verbinding te maken met de
telefoon.
•
Verwijderen: hiermee verwijdert u het
geselecteerde apparaat of alle apparaten uit de
lijst.
Gegevens verzenden via Bluetooth
1. Activeer de Bluetooth-functie.
2. Selecteer de toepassing waarin het item is
opgeslagen dat u wilt verzenden.
3. Blader naar het gewenste item en druk op
<Opties>.
101