Verbinding maken met Wi-Fi-netwerken
Wi-Fi is een technologie voor draadloze netwerken die internettoegang kan
bieden over een afstand van maximaal honderd meter, afhankelijk van de
Wi-Fi-router en de omgeving.
Als u Wi-Fi op uw apparaat wilt gebruiken, hebt u toegang nodig tot een
draadloos toegangspunt of 'hotspot'. Sommige toegangspunten zijn open,
zodat u er eenvoudig verbinding mee kunt maken. Andere zijn verborgen of
maken gebruik van andere beveiligingsfuncties, zodat u uw apparaat moet
configureren voordat u er verbinding mee kunt maken.
Er bestaan diverse systemen om Wi-Fi-verbindingen te beveiligen,
waaronder enkele die gebruikmaken van beveiligingscertificaten of andere
manieren om ervoor te zorgen dat alleen bevoegde gebruikers verbinding
kunnen maken.
Schakel Wi-Fi uit als u het niet gebruikt om zo de gebruiksduur van de accu
te verlengen.
Op de statusbalk worden pictogrammen weergegeven die de Wi-Fi-status
aangeven.
Wi-Fi inschakelen en verbinding maken met een Wi-Fi-netwerk
Voer de volgende stappen uit om een Wi-Fi-netwerk in te schakelen en er
verbinding mee te maken:
1. Open het scherm Settings (Instellingen).
2. Klik op Wireless & networks -> Wi-Fi settings.
3. Klik op Wi-Fi om dit in te schakelen.
Het apparaat zoekt naar beschikbare Wi-Fi-netwerken en geeft de
namen van de gevonden netwerken weer. Beveiligde netwerken
worden aangegeven door een pictogram van een slot.
Als het apparaat een netwerk vindt waarmee u eerder verbinding hebt
gemaakt, wordt automatisch verbinding gemaakt.
4. Klik op een netwerk om er verbinding mee te maken.
Als het een open netwerk is, moet u bevestigen dat u verbinding wilt
maken met dat netwerk door op Connect (Verbinden) te klikken.
Als het netwerk is beveiligd, moet u een wachtwoord of andere
gegevens invoeren. (Vraag uw netwerkbeheerder om meer informatie.)
Wanneer u verbinding hebt met een netwerk, klikt u op de naam van het
netwerk in het scherm met Wi-Fi-instellingen voor informatie over
snelheid, beveiliging, adres en verwante instellingen.
Gebruikershandleiding
Verbonden met een Wi-Fi-netwerk (golven geven de
verbindingssterkte aan)
Melding dat zich een open Wi-Fi-netwerk binnen het bereik
bevindt
Verbinding maken met netwerken
3-3