15 Bediening
15
Bediening
15.1
Werkingsgebied
Zie de tabel hierna voor combinatie met een R410A-buitenunit:
Buitenunits
RZQ250
Buitentemperat
uur
Binnentempera
tuur
RZQG125
Buitentemperat
uur
Binnentempera
tuur
RZQSG125
Buitentemperat
uur
Binnentempera
tuur
RR125
Buitentemperat
uur
Binnentempera
tuur
RQ125
Buitentemperat
uur
Binnentempera
tuur
Binnenvochtigheid
Zie de tabel hierna voor combinatie met een R32-buitenunit:
Buitenunits
RZAG125
Buitentemperat
uur
Binnentempera
tuur
RZASG125
Buitentemperat
uur
Binnentempera
tuur
Binnenvochtigheid
(a)
Om te voorkomen dat er condens wordt gevormd en water
uit de unit druppelt. Als de temperatuur of de vochtigheid
buiten deze limieten valt, kunnen beveiligingen geactiveerd
worden, waardoor de unit mogelijk niet functioneert.
15.2
Bedieningsprocedure
▪ Schakel de voeding ten minste 6 uur voor gebruik van de unit in,
dit om een vlotte werking te verzekeren. Zodra de voeding wordt
ingeschakeld, verschijnt het displays van de gebruikersinterface.
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
24
Koelen
Verwarmen
–5~46°C droge
–15~15°C natte
bol
bol
14~28°C natte
10~27°C droge
bol
bol
–
–
15~50°C droge
20~15,5°C natt
bol
e bol
12~28°C natte
10~27°C droge
bol
bol
–
–
15~46°C droge
15~15,5°C natt
bol
e bol
14~28°C natte
10~27°C droge
bol
bol
–
—
15~46°C droge
bol
12~28°C natte
—
bol
–5~46°C droge
–10~15°C natte
bol
bol
12~28°C natte
10~27°C droge
bol
bol
(a)
≤80%
Koelen
Verwarmen
–20~52°C droge
–20~24°C droge
bol
bol
–20~18°C natte
bol
17~38°C droge
10~27°C droge
bol
bol
12~28°C natte
bol
–15~46°C droge
–15~21°C droge
bol
bol
–
15~15,5°C natte
bol
20~38°C droge
10~27°C droge
bol
bol
14~28°C natte
bol
(a)
≤80%
▪ Als de stroom tijdens de werking uitvalt, zal het systeem
onmiddellijk na het herstellen van de stroom automatisch
herstarten.
▪ Het
temperatuurbereik
van
beschreven in het hoofdstuk "Werkingsbereik".
▪ Als u een niet beschikbare functie selecteert, verschijnt
op de gebruikersinterface.
▪ Lees zorgvuldig de documentatie vooraleer de gebruikersinterface
te gebruiken om zo de best mogelijke werking te kunnen
garanderen.
16
Energie besparen en optimale
werking
VOORZICHTIG
Stel kleine kinderen, planten of dieren NOOIT rechtstreeks
bloot aan de luchtstroom.
WAARSCHUWING
Plaats GEEN voorwerpen die nat kunnen worden onder de
binnenunit en/of buitenunit. Anders kunnen condensatie op
de unit of de koelmiddelleidingen, vuil op het luchtfilter of
een verstopte afvoer druppelend water veroorzaken,
waardoor voorwerpen onder de unit kunnen vuil worden of
schade oplopen.
OPMERKING
Gebruik het systeem NIET voor andere doeleinden.
Gebruik de unit NIET voor het koelen van precisie-
instrumenten, voedsel, planten, dieren of kunstwerken, om
te voorkomen dat de kwaliteit ervan wordt aangetast.
VOORZICHTIG
Gebruik het systeem NIET wanneer een rookvormig
insecticide in de ruimte wordt verspreid. Anders zouden de
chemische stoffen zich in de unit kunnen ophopen, met
gevaar voor de gezondheid van mensen die overgevoelig
zijn voor chemische stoffen.
WAARSCHUWING
Zet GEEN brandbare sprays bij de airconditioner en
gebruik GEEN sprays. Anders kan er brand ontstaan.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om voor een
optimale werking van het systeem te zorgen.
▪ Houd bij het koelen rechtstreeks zonlicht uit de kamer met behulp
van gordijnen of jaloezieën.
▪ Verlucht dikwijls. Zorg bij langdurig gebruik vooral voor
verluchting.
▪ Houd deuren en ramen dicht. Als de deuren of ramen open
blijven, zal er lucht uit de kamer stromen, met een kleiner koel- of
verwarmeffect tot gevolg.
▪ Koel of verwarm NIET te sterk. Om zuinig om te gaan met energie
houdt u de temperatuurinstelling op een gematigd niveau.
▪ Plaats NOOIT voorwerpen in de buurt van de luchtinlaat of -uitlaat
van de unit. Anders kan het verwarmings-/koeleffect afnemen of
het systeem uitgeschakeld worden.
▪ Zet de hoofdvoedingsschakelaar van de unit uit als de unit
gedurende langere tijd NIET zal worden gebruikt. Zolang de
hoofdvoedingsschakelaar niet uitgeschakeld is, verbruikt de unit
stroom. Zet de hoofdvoedingsschakelaar 6 uur voor gebruik aan
alvorens de unit opnieuw op te starten, dit om een vlotte werking
te garanderen.
de
gebruikersinterface
staat
FDA125A5VEB
Split-systeem airconditioners
4P495031-1A – 2019.03