6
Installatie
6.1
Overzicht: Installatie
In dit hoofdstuk wordt beschreven wat u ter plaatse moet doen en
weten om het systeem te installeren.
Typische werkstroom
Een typische installatie bestaat uit de volgende stappen:
1
De buitenunit monteren.
2
De binnenunit monteren.
3
De koelmiddelleiding aansluiten.
4
De koelmiddelleiding controleren.
5
Koelmiddel bijvullen.
6
De elektrische bedrading aansluiten.
7
De installatie van de buitenunit voltooien.
8
De installatie van de binnenunit voltooien.
INFORMATIE
In dit hoofdstuk worden alleen de instructies voor installatie
specifiek voor de binnenunit beschreven. Voor de overige
instructies, zie:
▪ De montagehandleiding van de buitenunit
▪ De montagehandleiding van de gebruikersinterface
▪ De montagehandleiding van de optionele accessoires
6.2
De binnenunit monteren
6.2.1
Voorzorgen bij het monteren van de
binnenunit
INFORMATIE
Lees ook de voorzorgsmaatregelen en vereisten in de
volgende hoofdstukken:
▪ Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de
veiligheid
▪ Voorbereiding
6.2.2
Richtlijnen bij de installatie van de
binnenunit
INFORMATIE
Optionele apparatuur. Lees ook de installatiehandleiding
van de optionele apparatuur bij de installatie hiervan.
Afhankelijk van de omstandigheden ter plaatse, kan het
gemakkelijker zijn om eerst de optionele apparatuur te
installeren.
▪ Bij montage met een kanaal, maar zonder serviceopening
voor kanaal. Wijzig de positie van de luchtfilters.
3
1
2
4
1 Verwijder de luchtfilter(s) van de buitenkant van de unit.
2 Verwijder de verwisselbare plaat.
3 Monteer de luchtfilter(s) aan de binnenkant van de unit.
FDA125A5VEB
Split-systeem airconditioners
4P495031-1A – 2019.03
4 Hermonteer de verwisselbare plaat.
▪ Selecteer
voor
de
installatie
bevestigingsschroeven die 5 mm uitsteken aan de binnenkant van
de flens om het luchtfilter te beschermen tegen schade bij het
onderhoud van het filter.
a
b
c
5 mm
a
Luchtinlaatkanaal
b
Binnenkant van de flens
c
Bevestigingsschroef
▪ Sterkte van het plafond. Controleer of het plafond sterk genoeg
is om het gewicht van de unit te kunnen dragen. Als er enig risico
bestaat, versterk dan eerst het plafond en installeer dan pas de
unit.
▪ Installatie-opties:
A
180
a
c
b
e
460
B
180
a
b
c
460
A
Montage van de luchtinlaat met een canvasaansluiting
B
Rechtstreekse montage van het luchtinlaatpaneel
a
Plafondoppervlak
b
Plafondopening
c
Luchtinlaatpaneel (als optie verkrijgbaar)
d
Binnenunit (achterzijde)
e
Canvasaansluiting voor luchtinlaatpaneel (als optie
verkrijgbaar)
OPMERKING
De unit kan worden gebruikt met onderaanzuiging door de
verwisselbare plaat te vervangen door de steunplaat van
het luchtfilter.
a
Steunplaat van luchtfilter met luchtfilter(s)
b
Verwisselbare plaat
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
6 Installatie
van
een
luchtinlaatkanaal
d
1460
d
1460
a
b
a
11