Draadtype
Éénaderige draad
A
a Éénaderige draad met open lus
b Schroef
c Platte sluitring
c b
Gevlochten geleider
met rond oog
a Klem
b Schroef
c Platte sluitring
O Toegelaten
X NIET toegelaten
6.4.4
Specificaties van de
standaardcomponenten van de bedrading
Onderdeel
(a)
Voedingskabel
MCA
Spanning
Fase
Frequentie
Draaddikten
Kabel tussen de units
(binnen↔buiten)
Kabel gebruikersinterface
Aanbevolen lokale zekering
Aardlekschakelaar
(a)
MCA=Minimum circuitstroombelastbaarheid. De vermelde
waarden zijn maximumwaarden (zie de elektrische
gegevens van de combinatie met de binnenunits voor de
juiste waarden).
6.4.5
Elektrische bedrading aansluiten op de
binnenunit
OPMERKING
▪ Volg het bedradingsschema (bij de unit geleverd, op
het deksel van de schakelkast).
▪ Zorg ervoor dat de elektrische bedrading goed zit zodat
het servicedeksel nadien weer goed kan worden
aangebracht.
(3)
De onderbroken lijn staat voor een afzonderlijke voeding.
FDA125A5VEB
Split-systeem airconditioners
4P495031-1A – 2019.03
Methode
c b
AA´
A´
c
a
a
a
b
c
B
B
a
FDA125A
2,1 A
220~240 V
1~
50/60 Hz
Moeten voldoen aan de
toepasselijke wetgeving
2
4-aderige kabel 1,5 mm
~2,5 mm
en geschikt voor 220~240 V
H05RN-F (60245 IEC 57)
Plastic snoer met mantel van 0,75
2
tot 1,25 mm
of kabels (2-aderige
draden)
Maximum 500 m
H03VV-F (60227 IEC 52)
16 A
Moeten voldoen aan de
toepasselijke wetgeving
De bedrading van de voeding en van de transmissie moeten
afzonderlijk worden gehouden. Beide bedradingen moeten ALTIJD
op minstens 50 mm van elkaar worden gehouden om eventuele
elektrische storingen te voorkomen.
OPMERKING
Zorg ervoor dat de voedingskabel en de transmissiekabel
van elkaar gescheiden blijven. De transmissiebedrading en
de voedingsbedrading mogen kruisen, maar ze mogen
NIET parallel lopen.
1 Verwijder het servicedeksel.
2 Kabel gebruikersinterface: Geleid de kabel door het frame,
sluit hem aan op het klemmenblok en maak hem vast met een
kabelbinder.
3 Verbindingskabel (binnen↔buiten): Geleid de kabel door het
frame, sluit hem aan op het klemmenblok (controleer of de
nummers overeenstemmen met die op de buitenunit en sluit de
aardingskabel aan) en maak hem vast met een kabelbinder.
4 Verdeel de kleine afdichting (accessoire) in kleinere delen en
draai ze rond de kabels om te voorkomen dat er water in de unit
kan. Dicht alle openingen af om te voorkomen dat kleine dieren
in het systeem terechtkomen.
WAARSCHUWING
Neem gepaste maatregelen om te beletten dat de unit door
kleine dieren als schuilplaats gebruikt kan worden. Kleine
dieren die in contact komen met elektrische onderdelen
kunnen storingen, rook of brand veroorzaken.
5 Breng het servicedeksel weer aan.
▪ Bij gebruik van 1 gebruikersinterface met 1 binnenunit.
a
b
c
2
1 2 3
L N
1 2 3
L N
P
P
1
2
P
P
1
2
d
▪ Bij gebruik van 2 gebruikersinterfaces
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
6 Installatie
a
a
b
b
c
c
1 2
3
L N
1 2 3
L N
P
P
1
2
P
P
1
2
d
3
17