6.2.4
Richtlijnen bij de installatie van de
afvoerleiding
Zorg ervoor dat het condenswater goed kan worden afgevoerd. Dit
omvat:
▪ Algemene richtlijnen
▪ Koelmiddelleiding aansluiten op de binnenunit
▪ Controleren op waterlekken
Algemene richtlijnen
▪ Afvoerpomp. Voor dit "type met hoge opvoerhoogte" zal de
afvoer
minder
lawaai
maken
geïnstalleerd is. De aanbevolen hoogte is 300 mm.
▪ Leidinglengte. Houd de afvoerleiding zo kort mogelijk.
▪ Leidingmaat. De leidingmaat moet gelijk aan of groter dan de
verbindingsleiding zijn (plastic buis met een nominale diameter
van 25 mm en buitendiameter van 32 mm).
▪ Helling. De afvoerleiding moet afhellen (minstens 1/100) om te
voorkomen dat er lucht in de leiding blijft zitten. Gebruik
hangstaven zoals afgebeeld.
1~1.5 m
a
Ophangstaaf
O
Toegelaten
X
Niet toegelaten
▪ Condensatie. Neem maatregelen tegen condensatie. Isoleer de
volledige afvoerleiding in het gebouw.
▪ Stijgleiding. Indien nodig kunt u een stijgleiding installeren om in
een helling te voorzien.
▪ Helling afvoerslang: 0~75 mm om belasting op de leiding en
luchtbellen te voorkomen.
▪ Stijgleiding: ≤300 mm van de unit, ≤625 mm loodrecht op de
unit.
a
b
≤300
a
b
a
Metalen klem (accessoire)
b
Afvoerslang (accessoire)
c
Stijgende afvoerleiding (plastic buis met een nominale
diameter van 25 mm een buitendiameter van 32 mm)
(lokaal te voorzien)
d
Ophangstaven (lokaal te voorzien)
▪ Afvoerleidingen combineren. Afvoerleidingen kunnen worden
gecombineerd. Gebruik afvoerleidingen en T-stukken met de
juiste diameter voor de werkingscapaciteit van de units.
FDA125A5VEB
Split-systeem airconditioners
4P495031-1A – 2019.03
als
de
afvoerpomp
hoger
a
1000~1500
(mm)
c
d
d
a
T-stuk
Afvoerleiding aansluiten op de binnenunit
OPMERKING
Een slechte aansluiting van de afvoerslang kan lekken
veroorzaken
en
schade
installatieruimte en de omgeving.
1 Duw de afvoerslang zo ver mogelijk over de aansluiting van de
afvoerleiding.
2 Draai de metalen klem vast tot er minder dan 4 mm tussen de
schroefkop en het metalen klemdeel zit.
3 Controleer op waterlekken (zie
pagina 14).
4 Installeer het isolatiedeel (afvoerleiding).
5 Draai het grote afdichtingskussen (= isolatie) rond de metalen
klem en de afvoerslang, en bevestig het met kabelbinders.
6 Sluit de afvoerleiding aan op de afvoerslang.
1
2~6
a
b
e
4
1
A-A'
a
Aansluiting afvoerleiding (bevestigd aan de unit)
b
Afvoerslang (accessoire)
c
Metalen klem (accessoire)
d
Groot afdichtingskussen (accessoire)
e
Isolatiedeel (afvoerleiding) (accessoire)
f
Afvoerleiding (lokaal te voorzien)
OPMERKING
▪ Verwijder de afvoerblindprop NIET. Anders kan er
water uit lekken.
▪ Gebruik de afvoeruitlaat alleen voor het afvoeren van
water als de afvoerpomp niet wordt gebruikt of
vooraleer het onderhoud uit te voeren.
▪ Wees voorzichtig bij het aanbrengen en verwijderen
van de blindprop. Het overmatig uitoefenen van druk
kan de afvoeraansluiting vervormen van de lekbak.
Verwijder de blindprop.
▪ Beweeg de blindprop niet op en neer.
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
6 Installatie
a
(mm)
berokkenen
aan
de
"Controle op waterlekken" op
c
d
f
2
5
6
A
A
A'
A'
≤4 mm
d
c
3
b
a
13