5 Voorbereiding
b
g
f
e
d
a
Ruimte voor onderhoud
b
Afvoerleiding
c
Opening voor voedingskabel
d
Opening voor transmissiekabel
e
Afvoeruitlaat voor onderhoud
f
Gasleiding
g
Vloeistofleiding
▪ Installatie-opties:
A
a
c
d
b
680
B
<45
200
e
a
b c
f
d
680
C
a
f
bc
d
680
g
A
Standaard achteraanzuiging
B
Montage met kanaal en serviceopening voor kanaal
achteraan
C
Montage met kanaal achteraan, zonder serviceopening
voor kanaal
a
Plafondoppervlak
b
Plafondopening
c
Toegangspaneel voor service (als optie verkrijgbaar)
d
Luchtfilter
e
Luchtinlaatfilter
f
Serviceopening voor kanaal
g
Verwisselbare plaat
5.3
De koelmiddelleidingen
voorbereiden
5.3.1
Vereisten voor de koelmiddelleidingen
INFORMATIE
Lees tevens de voorzorgsmaatregelen en vereisten in
hoofdstuk "Algemene veiligheidsmaatregelen".
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
10
≥300
a
c
e
Diameter koelmiddelleidingen
Materiaal koelmiddelleidingen
▪ Materiaal leidingen: Met fosforzuur gedeoxideerd naadloos
koper.
▪ Flareverbindingen: Gebruik alleen gegloeide leidingen.
▪ Hardingsgraad en dikte leidingen:
(a)
Afhankelijk van de toepasselijke wetgeving en de maximale
bedrijfsdruk van de unit (zie "PS High" op het naamplaatje
van de unit), zijn mogelijk dikkere leidingen vereist.
5.3.2
De koelleidingen isoleren
5.4
De elektrische bedrading
voorbereiden
5.4.1
Over het voorbereiden van de elektrische
bedrading
INFORMATIE
Lees tevens de voorzorgsmaatregelen en vereisten in
hoofdstuk "Algemene veiligheidsmaatregelen".
WAARSCHUWING
▪ Als de voeding een ontbrekende of een verkeerde
nulfase heeft, Kan de apparatuur defect raken.
▪ Sluit correct op de aarde aan. Aard de unit NIET via
een nutsleiding, een piekspanningsbeveiliging of de
aarding van de telefoon. Een onvolledige aarding kan
elektrische schokken veroorzaken.
▪ Plaats de vereiste zekeringen of stroomonderbrekers.
▪ Bevestig de elektrische bedrading met kabelbinders,
zodat deze NIET in contact kan komen met scherpe
randen of buizen, vooral langs de hogedrukzijde.
▪ Gebruik GEEN draden met tape, geen gevlochten
geleiders, geen verlengkabels en geen aansluitingen
van een sterinstallatie. Deze kunnen zorgen voor
oververhitting
of
veroorzaken.
▪ Installeer GEEN fasecompensatiecondensator, omdat
deze
unit
een
fasecompensatiecondensator vermindert de prestaties
en kan ongevallen veroorzaken.
WAARSCHUWING
▪ Al de bedrading MOET door een erkende elektricien
uitgevoerd worden en MOET voldoen aan de geldende
wetgeving.
▪ Maak elektrische verbindingen op de bevestigde
bedrading.
▪ Alle op de site geleverde componenten en alle
elektrische constructies MOETEN voldoen aan de
geldende wetgeving.
WAARSCHUWING
Gebruik
ALTIJD
een
stroomtoevoerkabel.
elektrische
schokken
of
brand
inverter
bevat.
Een
meeraderige
kabel
FDA125A5VEB
Split-systeem airconditioners
4P495031-1A – 2019.03
als