Connectiviteitsproblemen oplossen
Problemen met rechtstreekse aansluitingen oplossen
Als het product aansluitingsproblemen heeft terwijl het rechtstreeks is aangesloten op een computer,
voert u de volgende stappen uit:
1.
Controleer of de USB-kabel niet langer is dan 2 meter.
2.
Controleer of beide uiteinden van de USB-kabel zijn aangesloten.
3.
Controleer of het een Hi-Speed USB 2.0-kabel betreft.
4.
Als het probleem aanhoudt, gebruikt u een andere USB-kabel.
Netwerkproblemen
Controleer of het product is ingeschakeld en online is
Controleer aan de hand van de volgende items of het product gereed is om af te drukken.
1.
Krijgt het product stroom en is het product ingeschakeld?
Controleer of het product is aangesloten op de stroomvoorziening en of het is ingeschakeld. Als
het probleem blijft optreden, is het netsnoer, de voedingsbron of het product mogelijk defect.
2.
Brandt het lampje
Als het lampje knippert, moet u mogelijk wachten totdat de huidige afdruktaak is voltooid.
3.
Is het display van het product leeg?
●
Controleer of het product aan staat.
●
Zorg dat het product correct wordt geïnstalleerd.
4.
Verschijnt er een ander bericht dan Klaar op het display van het product?
●
Raadpleeg de documentatie bij het product voor een volledige lijst met berichten voor het
bedieningspaneel en voor corrigerende maatregelen.
Communicatieproblemen met het netwerk oplossen
Doorloop de volgende punten om te controleren of het product met het netwerk communiceert. Bij deze
informatie wordt ervan uitgegaan dat u al een netwerkconfiguratiepagina hebt afgedrukt (zie
Informatiepagina's op pagina
1.
Zijn er fysieke verbindingsproblemen tussen het werkstation of de bestandsserver en het product?
Controleer of de netwerkbekabeling, aansluitingen en routerconfiguraties juist zijn. Controleer of
de lengte van de netwerkkabel voldoet aan de specificaties van het netwerk.
2.
Zijn de netwerkkabels goed aangesloten?
Controleer of het product via de juiste poort en kabel is aangesloten op het netwerk. Controleer of
alle kabelverbindingen goed vastzitten en op de juiste plaats zitten. Probeer een andere kabel of
poort op de hub of transceiver als het probleem voortduurt. Het oranje activiteitslampje en het
groene statuslampje naast de poortaansluiting aan de achterzijde van het product moeten branden.
252 Hoofdstuk 12 Probleemoplossing
Klaar
op het product?
178).
NLWW