DE PERSOONLIJKE TELEVISIE BEDIENEN
BELANGRIJK: Voordat u de televisie bedient, moet
u een 96" A/V-bedrading of CATV-kabel aansluiten
op de loopband (zie pagina 13).
1. Zet de televisie aan.
Als er een doorzichtig stuk plastic op het televisi-
escherm ligt, verwijder dan het plastic. Plaats de
sleutel in het bedieningspaneel. Kijk bij DE ELEK-
TRICITEIT INSCHAKELEN op pagina 16. Zet de
aan/uit-knop van de televisie aan. Opmerking: Als u
de televisie bedient zonder dat de sleutel in het be-
dieningspaneel zit zullen de toetsen op het bedien-
ingspaneel niet werken.
2. Initialiseer de DTV-stand.
Als er geen kanalen zijn opgeslagen in het
geheugen in de DTV-stand, dan kan de televisie u
vragen de televisie-instellingen aan te passen.
Selecteer uw land, taal en tijdzone. Tijdzones wor-
den ingesteld vanaf de Greenwich Mean Time
[GMT]. Dan licht EXIT op en druk op de volume ver-
hogen toets op uw afstandsbediening. Selecteer Ja
[YES] om naar kanalen te scannen of Nee [NO] om
later naar kanalen te scannen.
3. Scan naar televisiekanalen.
Voordat u de televisie bedient moet u scannen naar
kanalen. Zie pagina 26 en 27 voor informatie over
het scannen van kanalen. Opmerking: U moet een
videorecorder of een DVD-speler aansluiten en
scannen voor kanalen voordat u gebruik kunt
maken van een videorecorder of DVD-speler. Zorg
dat de videorecorder of DVD-speler juist is aanges-
lotne (zie pagina 13).
Uw televisie kan analoge en digitale signalen ontvan-
gen. Om de televisie juist te laten werken is een
goede ontvangst nodig. Zorg dat de televisie-instellin-
gen juist zijn (zie pagina's 26 en 27). Als u gebruik
maakt van een antenne zorg dan dat deze juist is
aangesloten en aangepast op optimale ontvangst (zie
EEN ANTENNE AANSLUITEN op pagina 13).
4. Druk op de toets TV/AV om een televisiebron te
selecteren.
Kies een invoerinstelling door meerede keren op de
TV/AV-toets van de afstandbediening te drukken
totdat de gekozen instelling op het scherm verschi-
jnt. Indien u een 75 ohm CATV-kabel of een video-
recorder heeft aangesloten op de 75 ohm-aansluit-
ing van de loopband, dient u de tv-bron te se-
lecteren. Indien u een 96" A/V-bedrading heeft in-
gestoken in de audio/video-ingangaansluiting, se-
lecteer dan de AV-stand.
5. Druk op de Kanaaltoetsen om een gewenst
kanaal te selecteren.
Als u de televisie aanzet, zal het scherm het laatst
geselecteerde kanaal weergeven. Om een ander
kanaal te selecteren drukt u op de genummerde
kanaaltoetsen of de toetsen Kanaal (CH) omhoog of
omlaag. Het geselecteerde kanaalnummer verschi-
jnt een paar seconden op het scherm. Let op:
Voordat kanalen kunnen worden geselecteerd
moeten ze worden opgeslagen in het geheugen van
de televisie. Wanneer een kanaal niet meer verschi-
jnt, scan dan weer voor de kanalen. Zie pagina's 26
en 27.
6. Druk op de Volumetoetsen om het volume aan
te passen.
Druk op de toetsen Volume (VOL) omhoog of om-
laag op het bedieningspaneel om het volume aan te
passen. Opmerking: Voor de beste resultaten, past
u het volume aan door alleen te drukken op de toet-
sen Volume op het bedieningspaneel.
Om oortelefoons of
hoofdtelefoon te ge-
bruiken (niet
meegeleverd) sluit u deze
aan op de hoofdtelefoon-
aansluiting naast de
Startknop op het bedien-
ingspaneel
7. Zet de televisie uit.
Houdt, wanneer u de televisie niet meer wilt ge-
bruiken, voor een paar seconden de TV power-
toest ingedrukt totdat de televisie uitgaat. Aandacht:
De televisie zal automatisch aangaan, als u het niet
uitzet, wanneer u de loopband de volgende keer
gebruikt.
23
Hoofdtelefoon-
aansluiting