Reiniging en onderhoud
Binnenkant en toebehoren rei-
nigen
Reinig het apparaat regelmatig, maar
minstens één keer in de maand.
Verwijder vuil direct om te voorko-
men dat het vast gaat zitten.
Reinig de accessoires, de delen van
de laden en de schaal binnenin met
de hand. Deze onderdelen zijn niet
geschikt voor de afwasautomaat.
Reinig de binnenkant met een
schoon sponsdoekje, lauw water en
wat afwasmiddel.
Neem alles na de reiniging met
schoon water af en droog het met
een doek.
Pas op voor beschadiging door
verkeerde reiniging.
De geleiders bevatten een speciaal
vet dat er bij het reinigen kan worden
uitgewassen. Daardoor kunnen de
geleiders worden beschadigd.
Reinig de geleiders uitsluitend met
een vochtige doek.
De laden zijn op geleiders geplaatst.
Reinig deze met een vochtige doek.
32
Pas op voor beschadiging door
te hoge temperaturen in de afwas-
automaat.
Onderdelen van het apparaat kunnen
onbruikbaar worden of vervormen,
als ze in de afwasautomaat op tem-
peraturen boven 55 °C gereinigd
worden.
Kies voor die onderdelen, die ge-
schikt zijn voor de afwasautomaat
uitsluitend een programma met een
maximale temperatuur van 55 °C.
Kunststof onderdelen kunnen in de af-
wasautomaat verkleuren, wanneer ze
in aanraking komen met natuurlijke
kleurstoffen, zoals die van wortels, to-
maten en ketchup. Een dergelijke ver-
kleuring heeft geen effect op de ge-
bruiksmogelijkheden.
De volgende onderdelen zijn geschikt
voor de afwasautomaat:
– de flessensteun, de eierhouder en het
bakje voor de ijsblokjes
(voor zover bij dit model behorend)
– de glazen bodem van de lade
Reinig het gootje en de afvoerope-
ning voor het dooiwater in de koelzo-
ne regelmatig met een wattenstaafje
of iets dergelijks, zodat het dooiwater
ongehinderd weg kan lopen.
Laat de deur van het apparaat nog
even openstaan, om het apparaat te
luchten en geurtjes te voorkomen.