Instellen van de clients
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u het printerstuurprogramma kunt installeren via de gedeelde
printer in een netwerk.
Opmerking:
❏ U dient de printerserver in te stellen, zodat de printer in een Windows-netwerk kan worden gedeeld.
Zie "De printer instellen als een gedeelde printer" op pagina 81 voor meer informatie.
❏ In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de gedeelde printer kunt openen in een
standaardnetwerksysteem via de server (Microsoft-werkgroep). Als u de gedeelde printer niet kunt
openen vanwege het netwerksysteem, neemt u contact op met de netwerkbeheerder.
❏ In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de printerdriver kunt installeren via de gedeelde printer
vanuit de map Printers. U kunt de gedeelde printer ook openen vanuit de Netwerkomgeving of Mijn
netwerklocaties op het bureaublad van Windows.
❏ Als u EPSON Status Monitor 3 bij clients wilt gebruiken, dient u zowel de printerdriver als EPSON
Status Monitor 3 op elke client te installeren.
❏ Als de printerdrivers nog niet op de client zijn geïnstalleerd, moet u dat eerst doen voordat u verder
gaat met deze instellingen.
1. Klik met de rechtermuisknop op het menu Start, klik op Control Panel (Configuratiescherm)
en klik dan op View devices and printers (Apparaten en printers weergeven).
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer waarvan u de instellingen wilt
wijzigen en klik vervolgens op Printer properties (Printereigenschappen).
LQ-590II/LQ-590IIN/LQ-2090II/LQ-2090IIN
Gebruikershandleiding
Printersoftware
86