Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Geen pols
De hartslag is onregelmatig,
intermitterend of onjuist.
SpO2 waarde
is
onregelmatig, met tussenpozen,
of onjuist.
Geen PR en SpO
waarden.
2
Batterij abnormaal
De oximeter gaat niet aan.
De oximeter schakelt onverwacht uit.
Sensor

8.4 EMI-storing

LET OP !
Dit apparaat is getest en voldoet aan de limieten voor medische apparaten volgens EN
60601-1:2006, EN 60601-1-2:2007 en de Richtlijn Medische Hulpmiddelen 93/42/EEC. Deze
limieten zijn ontworpen om redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie in een
typische medische installatie. Echter, door de toename van radiofrequentie zendapparatuur en
andere bronnen van elektrische ruis in de gezondheidszorg en thuisomgeving (bijvoorbeeld
mobiele telefoons, mobiele tweerichtingsradio's, elektrische apparaten), is het mogelijk dat hoge
niveaus van dergelijke interferentie als gevolg van de nabijheid of sterkte van een bron, kunnen
leiden tot verstoring van de prestaties van dit apparaat.
De monitor is ontworpen voor gebruik in omgevingen waar het signaal kan worden verstoord door
elektromagnetische interferentie. Tijdens dergelijke interferentie kunnen metingen ongeschikt lijken of kan de
monitor niet correct werken.
De monitor genereert, gebruikt en kan radiofrequentie-energie uitstralen en kan, indien niet geïnstalleerd en gebruikt in
overeenstemming met deze instructies, schadelijke storing veroorzaken bij andere apparaten in de omgeving.
Verstoring kan zich uiten in onregelmatige metingen, het stoppen van de werking of een andere onjuiste werking. Als
dit zich voordoet, moet de gebruikslocatie worden geïnspecteerd om de bron van de storing te bepalen en moeten er
maatregelen worden genomen om de bron te elimineren:
- Schakel apparatuur in de omgeving uit en aan om de apparatuur die de storing veroorzaakt te isoleren.
- Heroriënteer of verplaats het andere ontvangende apparaat.
Bedieningshandleiding voor handmatige pulsoxymeter
Hoofdstuk 8: Onderhoud en probleemoplossing
-Het pulssignaal is te zwak
-Sensor verkeerd geplaatst.
-Beweging van de patiënt
-Slechte perfusie van de patiënt.
-Beweging van de patiënt.
- Defecte sensor, patiëntkabel of
monitor.
-batterijen verkeerd geïnstalleerd.
-Er zijn geen batterijen.
-Zwakke batterijen.
-batterijen niet of verkeerd geplaatst.
-De batterijen zijn zwak of leeg.
-De kabel of sensor van de patiënt is
losgekoppeld van de oximeter.
-De sensor is niet goed op de patiënt
geplaatst.
-Slechte perfusie van de patiënt.
-Defecte sensor of patiëntkabel
-Controleer de signaalbron.
-Plaats de sensor opnieuw.
-De patiënt moet stil blijven liggen
om een nauwkeurige meting te
verkrijgen.
-Plaats de sensor opnieuw.
-De patiënt moet stil blijven liggen
om een nauwkeurige meting te
verkrijgen.
-Probeer een nieuwe sensor of neem
contact op met uw erkende
reparatiecentrum voor hulp.
- Plaats de batterijen op de juiste
manier.
-uitrusten met oximeter met
batterijen.
-Vervang de batterijen.
-Zorg ervoor dat de batterijen correct
zijn geïnstalleerd.
-Vervang de batterijen.
-Controleer de sensoraansluitingen
op de patiëntkabel en op de oximeter.
-Plaats de sensor opnieuw.
-Plaats de sensor opnieuw.
- Probeer een nieuwe sensor of
neem contact op met de afdeling
After Service van de fabrikant
voor hulp.
8-2

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor UTECH UT100V

Inhoudsopgave