2. Als u de oxymetriekabel gebruikt, controleer dan zorgvuldig of de kabel niet beschadigd is.
3. Bij gebruik van de oximetriekabel:
a. Als de sensor nog niet op de oxymetriekabel is aangesloten, sluit u de sensor aan op de oxymetriekabel. Duw
de connectors stevig in elkaar en sluit de vergrendeling om de connectors vast te zetten.
b. Sluit de oximetriekabel aan op de monitor als deze nog niet aangesloten is. Duw de connector stevig in de
monitor.
4. Sluit de sensor aan op de monitorals u de oxymetriekabel niet gebruikt. Duw de connector stevig in de monitor.
5. Als de monitor nog niet aan staat, druk dan op de Aan/Uit-toets om de monitor aan te zetten.
WAARSCHUWING!
Gebruik een andere sensor of oximetriekabel of neem indien nodig contact op met de
leverancier van de apparatuur.
6. Controleer de integriteit van de sensor, de oximetriekabel en de oximeter als volgt voordat de sensor op de patiënt
wordt bevestigd:
a. Controleer of het rode lampje in de sensor brandt.
OPMERKING! Obstructies of vuil op het rode lampje of de detector van de sensor kunnen ervoor zorgen
dat de controles mislukken. Zorg ervoor dat er geen obstructies zijn en dat de sensor schoon is.
7. U bent nu klaar om de sensor op de patiënt te bevestigen.
4.4.4 De sensoren reinigen of desinfecteren
Reinig of desinfecteer herbruikbare sensoren voordat u ze bij een nieuwe patiënt aanbrengt.
WAARSCHUWING!
vloeistof.
LET OP!
Koppel de sensor los van de monitor voordat u deze reinigt of desinfecteert.
Reinig de sensor met een zachte doek die is bevochtigd met water of een milde zeepoplossing. Om de sensorte
desinfecteren, veeg je hem af met isopropylalcohol.
4.5 Prestatieoverwegingen
WAARSCHUWING! Pulsoxymetriemetingen en pulssignalen kunnen worden beïnvloed door bepaalde
omgevingscondities, fouten bij het aanbrengen van de sensor en bepaalde patiëntcondities.
Onnauwkeurige metingen kunnen worden veroorzaakt door:
- Verkeerde toepassing van de sensor
- Plaatsing van de sensor op een extremiteit met een bloeddrukmanchet, arteriële katheter of intravasculaire lijn
- Omgevingslicht
- Langdurige beweging van de patiënt
Verlies van pulssignaal kan om de volgende redenen optreden:
- De sensor zit te strak
- Een bloeddrukmanchet wordt opgepompt op dezelfde extremiteit als die waaraan de sensor is bevestigd.
- Er is een arteriële occlusie proximaal van de sensor
Kies een geschikte sensor, breng hem aan zoals voorgeschreven en neem alle waarschuwingen en
voorzorgsmaatregelen in acht die in de gebruiksaanwijzing bij de sensor staan. Reinig en verwijder alle substanties
zoals nagellak van de plaats waar de sensor wordt aangebracht. Controleer regelmatig of de sensor goed op de patiënt
is aangebracht.
WAARSCHUWING! Weefselbeschadiging kan worden veroorzaakt door onjuiste toepassing of onjuiste
gebruiksduur van een SpO
Bedieningshandleiding handmatige pulsoxymeter
Probeer de patiënt niet te monitoren als een van de integriteitscontroles mislukt.
De sensoren niet autoclaveren, ethyleenoxide steriliseren of onderdompelen in
sensor. Inspecteer de sensorlocatie zoals aangegeven in de
2
Hoofdstuk 4: Bedieningsinstructies
4-4