Hoofdstuk 5: De monitorinstellingen wijzigen
Hoofdstuk 5: De monitorinstellingen wijzigen
5.1 Het pulsvolume wijzigen
Bij elke hartslag klinkt een pieptoon. Het volume van de "piep" kan worden ingesteld op zeven (7) instellingen. Door het
volume in te stellen door op de pijl-omhoog en pijl-omlaag te drukken, wordt het volume bij elke druk op de toets
verhoogd of verlaagd.
5.2 Het alarmvolume wijzigen
Houd de Stilte toets 3 seconden ingedrukt om het alarmvolume te wijzigen.
pijl-omhoog en pijl-omlaag te drukken, wordt het volume bij elke druk op de toets verhoogd of verlaagd.
5.3 Informatie over de patiënt beheren
Schrijf de informatie op van de patiënt die gemonitord gaat worden, zoals: Patiënt ID (van 000 tot 999), Geslacht (man
of vrouw), Type (kat/paard/hond) en Modus (Spot-Check/Monitor).
1. Druk op de menutoets om naar de interface van het hoofdmenu te gaan.
2. Druk op de omlaag-toets en de menutoets om het submenu "Patiënt" te openen.
3. Druk op de Omhoog/Omlaag-toets om de items te kiezen die u wilt wijzigen en druk op de Menu-toets om de items
te activeren.
4. Druk op de Omhoog/Omlaag-toets om de instelling te verhogen/verlagen en gebruik daarna opnieuw de Menutoets
om af te sluiten.
5. Druk op de Omhoog/Omlaag-toets naar OK/ Annuleren om uw instellingen te bevestigen/ annuleren.
5.4 De alarmgrenzen wijzigen
Alarmen zijn audio- en visuele indicatoren die door de monitor worden gegenereerd om artsen en verpleegkundigen te
waarschuwen. Deze alarmen treden op wanneer de vitale functies van de patiënten die gemonitord worden abnormaal
worden, of wanneer de monitor zelf niet goed functioneert en de monitoringtaak niet kan uitvoeren.
5.4.1 Alarmoverzicht
5-1
Afbeelding 5.1 Impuls Volumebalk
Figuur 5.2 Alarm Volumebalk
Afbeelding 5..3 Informatie over de patiënt beheren
Handheld Pulsoxymeter Bedieningshandleiding
Als je het volume instelt door op de