Inhoudsopgave
Advertenties
Hoofdstuk 4: Bedieningsinstructies
gebruiksaanwijzing van de sensor.
Hoge omgevingslichtbronnen zoals operatielampen (vooral die met een xenonlichtbron), bilirubinelampen,
fluorescentielampen, infraroodverwarmingslampen en direct zonlicht kunnen de werking van een SpO
verstoren. Om interferentie door omgevingslicht te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat de sensor op de juiste manier
wordt aangebracht en moet u de sensorplaats afdekken met ondoorzichtig materiaal.
OPMERKING! Als u deze voorzorgsmaatregel niet neemt in omstandigheden met veel omgevingslicht, kan dit
leiden tot onnauwkeurige metingen.
Als de beweging van de patiënt een probleem vormt, probeer dan een of meer van de volgende remedies om het
probleem te verhelpen:
- Controleer of de sensor goed en stevig is aangebracht
- Verplaats de sensor naar een minder actieve plaats
- Gebruik een zelfklevende sensor die enige beweging van de patiënt verdraagt
- Gebruik een sensor met nieuwe zelfklevende achterzijde
4.6 De monitor inschakelen
WAARSCHUWING!
worden geplaatst waardoor deze op de patiënt kan vallen.
WAARSCHUWING!
worden gelegd om de kans op verstrikking of wurging van de patiënt te verkleinen.
WAARSCHUWING!
een onhoorbare alarmtoon klinken.
1. Om de monitoraan te zetten, houdt u de AAN/UIT-toets ongeveer vijf seconden ingedrukt. Wanneer de monitor is
ingeschakeld, doet hij het volgende:
- De monitor start snel een Power-On Self Test (POST).
- De softwarerevisie van de monitor wordt even weergegeven.
- Het voedingslampje brandt groen.
2. Na succesvolle afronding van de POST-test laat de handheld pulsoxymeter een toon van één seconde horen om aan
te geven dat de monitor de test heeft doorstaan.
3. Als er een sensor is aangesloten op de monitor en de patiënt, wordt het pictogram Puls zoeken
de statusbalk. "- - -" knippert op het nrmericadisplay totdat de SpO
monitor zoekt 8 seconden lang naar de polsslag.
4. Er verschijnt een dialoogvenster op de monitor om de operator eraan te herinneren de patiënt-ID in te stellen.
Als u NEE kiest of niet binnen 5 seconden drukt, gebruikt de monitor de laatste ID voor de huidige patiënt.
5. Bewaak de patiënt.
WAARSCHUWING!
opstarten van het apparaat. Als dit niet het geval is, gebruik de monitor dan niet.
WAARSCHUWING!
apparaat is en het apparaat langer dan vijf minuten niet wordt gebruikt in de meetmodi
Spot-check en Monitoring. De helderheid van het scherm wordt verminderd wanneer er
geen vinger in het apparaat is en het apparaat langer dan drie minuten niet wordt gebruikt
in de opnamemodi.
4.6.1 Vier weergavemodi
Er zijn vier weergavemodi voor de monitor, waartussen je kunt schakelen door op de modusknop te drukken. De modi
worden hieronder weergegeven:
4-5
Om de veiligheid van de patiënt te garanderen, mag de monitor niet in een positie
Net als bij alle medische apparatuur moet de patiëntbekabeling zorgvuldig
Zorg ervoor dat de luidspreker vrij is van obstakels. Als u dit niet doet, kan er
Controleer of de voedingsindicator oplicht en of u de POST-pastoon hoort bij het
De oximeter wordt automatisch uitgeschakeld wanneer er geen vinger in het
en pulsfrequentiemeting verzadigd zijn.
2
Handheld Pulsoxymeter Bedieningshandleiding
sensor
2
weergegeven op
De
Advertenties
Inhoudsopgave
