4 Voorbereiding van de installatie
4.6
Eisen aan de elektrische aansluitingen
Tab.17
Printplaatconnectoren
Draaddoorsnede
Massieve draad: 0,14–4,0 mm² (AWG 26–12)
Gevlochten draad: 0,14–2,5 mm² (AWG 26–14)
Gevlochten draad met klemring: 0,25–2,5 mm² (AWG 24–14)
4.7
Waterkwaliteit en waterbehandeling
4.8
Gebruik voor proceswarmte
4.9
Verhoog standaard ΔT-instelling
20
dan dient dit condens via een opvanginrichting afgevoerd te worden,
voordat dit het aluminium bereikt.
Nieuw geïnstalleerde aluminium rookgasleidingen met grotere lengtes
kunnen relatief grotere hoeveelheden corrosieproducten produceren.
Controleer en reinig de sifon in dat geval vaker.
Belangrijk
Neem contact met ons op voor meer informatie.
Voer de elektrische aansluitingen uit in overeenstemming met alle
geldende plaatselijke en landelijke voorschriften en normen.
De elektrische aansluitingen moeten altijd spanningsloos worden
uitgevoerd en alleen door erkende installateurs.
De ketel is geheel voorbedraad. Wijzig nooit de interne aansluitingen
van het bedieningspaneel.
Sluit de ketel altijd aan op een goed geaarde installatie.
Bedrading uitvoeren volgens de aanwijzingen in de elektrische
schema's.
Volg de aanbevelingen in deze handleiding.
Scheid de sensorkabels van de 230 V kabels
Zorg ervoor dat aan de volgende eisen wordt voldaan bij de aansluiting
van de kabels op de CB-connectoren:
De kwaliteit van het verwarmingswater moet voldoen aan de
grenswaarden in ons Waterkwaliteitsvoorschrift. De richtlijnen in dat
voorschrift moeten altijd opgevolgd worden. In veel gevallen kunnen de
ketel en CV-installatie gevuld worden met normaal leidingwater en zal
waterbehandeling niet noodzakelijk zijn.
In geval van proceswarmte (bijvoorbeeld bij pasteurisatie, droogprocessen
en wasprocessen) wordt de ketel gebruikt voor een industriële toepassing
en niet voor centrale verwarming. Bij proceswarmte is het noodzakelijk dat
de nominale doorstroming (bij ΔT 20°C) in het primaire cv-circuit
gegarandeerd is. De doorstroming in het secundaire circuit mag variëren.
Om dit te waarborgen kan een flowsensor worden gemonteerd, die de
ketel vergrendelt als de doorstroming onder een bepaald niveau komt
(bijvoorbeeld door een defecte pomp of klep).
Belangrijk
De levensduur van de ketel kan afnemen wanneer deze wordt
gebruikt voor proceswarmte.
In sommige gevallen moet de standaard ΔT-instelling van de ketel worden
verhoogd, bijvoorbeeld in systemen met:
Vloerverwarming
Luchtverwarming
Stadsverwarmingen
Striplengte
Aanhaalmoment
8 mm
0,5 N⋅m
7684353 - v.10 - 01022022