Inhoudsopgave
Advertenties
MIXER-categorie
Instelitem
EQUALIZER CURVE
CHANNEL FADER CURVE
MASTER ATTENUATOR
BOOTH MONITOR
ATTENUATOR
MIC OUT TO BOOTH
MIC OUT TO MASTER REC
HEADPHONES MONO
1
SPLIT/STEREO
1
MIXER MODE
1
De instellingen kunnen worden ingesteld op het [ SHORTCUT ]-scherm.
Beschrijving
Stelt de functie in (equalizer of isolator) die met de [EQ/ISO
(HI, MID, LOW)]-knoppen moet worden afgesteld.
1
• Instelwaarden: EQUALIZER
Stelt de kanaalfadercurve in (pagina 91).
1
• Instelwaarden:
CURVE3
Stelt het verzwakkingsniveau in voor het geluid dat via de
aansluitingen [MASTER 1] en [MASTER 2] wordt
weergegeven.
• Instelwaarden: -12dB, -6dB, 0dB*
Stelt het verzwakkingsniveau in van het geluid dat wordt
weergegeven via de [BOOTH]-aansluitingen.
• Instelwaarden: -12dB, -6dB, 0dB*
Bepaalt of het microfoongeluid al dan niet wordt
weergegeven via de [BOOTH]-aansluitingen.
• Instelwaarden: ON*, OFF
Bepaalt of het microfoongeluid al dan niet wordt
weergegeven via Master Rec (opnamegeluid).
• Instelwaarden: ON*, OFF
Stelt de uitvoermethode (mono of stereo) voor
meeluisteren met de hoofdtelefoon in.
• Instelwaarden: MONO SPLIT, STEREO*
Stelt de bedieningsmodus in.
• Instelwaarden: XDJ-RX3*, MIDI CONTROL
*
, ISOLATOR
CURVE1,
119
Instellingen
*: Fabrieksinstelling
*
CURVE2
,
Advertenties
Inhoudsopgave
