Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Veranderen Van Waarderingen Van Muziekstukken; Mengpaneel/Effect-Gedeelte - PIONEER DJ XDJ-RR Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

! Gebruik de [DECK1/2]-toets om de [DECK] te selecteren waarop u de
muziekstukinformatie wilt zien.
Veranderen van waarderingen van
muziekstukken
U kunt de waardering van een muziekstuk veranderen.
1 Selecteer de waardering zoals
aangegeven bij de gedetailleerde informatie
(schermvoorbeeld:
2 Houd de draaiknop tenminste 1 seconde ingedrukt en
draai de draaiknop vervolgens met de klok mee of tegen
de klok in.
De waardering van het geladen muziekstuk wordt veranderd.
! Selecteer met de [DECK1/2]-toets het [DECK] waarop het muziekstuk
geladen is dat u wilt bewerken.

Mengpaneel/effect-gedeelte

1
2
3
n
6
m
l
b
k
j
i
g
26
Nl
).
4
5
5
7
6
b
h
g
Voorpaneel
1 MIC (OFF, ON, TALK OVER)-selectieschakelaar
Zet de microfoon aan en uit.
= Gebruik van een microfoon (blz. 27 )
2 MIC (OFF, ON, TALK OVER)-aanduiding
Licht op wanneer de microfoon aan is, en knippert wanneer de talk-
over-functie aan is.
= Gebruik van een microfoon (blz. 27 )
3 MIC LEVEL instelling
Regelt het niveau van de geluidssignalen die binnenkomen via de
[MIC]-aansluiting.
= Gebruik van een microfoon (blz. 27 )
4 MIC EQ (HI, LOW)-instellingen
De klankkleur van de microfoons regelen.
= Gebruik van een microfoon (blz. 27 )
5 TRIM-instelling
Regelt het niveau van de geluidsingang naar elk kanaal.
= Geluid weergeven (blz. 30 )
6 EQ/ISO (HI, MID, LOW)-instellingen
De bediening kan worden geschakeld tussen [EQUALIZER] en
[ISOLATOR] via de instellingen op het [UTILITY]-scherm.
De klanmkkleur van elk kanaal regelen.
= Bijregelen van de klankkleur (blz. 27 )
7 Kanaalniveau-aanduiding
Dit geeft de audioniveaus van de respectievelijke kanalen weer.
8 MASTER LEVEL instelling
Regelt de geluidssterkte van de weergave via de [MASTER1] en
[MASTER2]-aansluitingen.
= Geluid weergeven (blz. 30 )
9 Hoofdniveau-aanduiding
Toont het niveau van de geluidsuitgang naar het masterkanaal.
8
[CLIP] knippert wanneer het uitgangsniveau te hoog is.
— Knippert langzaam: geeft aan dat het geluid bijna vervormd
wordt.
— Knippert snel: geeft aan dat het geluid vervormd wordt.
a Toetsen BEAT c, d
9
Enkel drukken hier op:
Bepaal de beatfractie voor het synchroniseren van het effectgeluid.
= Gebruik van de beateffectfunctie (blz. 28 )
Druk op [SHIFT] + [BEAT c]:
a
— Automatische modus: De BPM wordt automatisch gemeten op
basis van het ontvangen audiosignaal. De [AUTO]-modus wordt
ingesteld wanneer dit toestel wordt ingeschakeld.
c
Druk op [SHIFT] + [BEAT d]:
— TAP-stand: Stelt de stand in voor handmatige invoer van de BPM.
! Het BPM-meetbereik in de stand AUTO is 70 BPM tot 180 BPM.
d
Voor sommige muziekstukken is correcte meting wellicht niet
mogelijk.
e
! BPM's ingesteld in de tikmodus gelden alleen voor de
beateffect-functie.
= Handmatig invoeren van het aantal BPM (blz. 28 )
f
b COLOR-instelling
Dit wijzigt de SOUND COLOR FX parameters van de diverse kanalen.
= Gebruik van de Sound color FX-functie (blz. 28 )
c BEAT EFFECTS-keuzeschakelaar
Schakelt tussen de verschillende beateffecten.
= Gebruik van de beateffectfunctie (blz. 28 )
d Effectkanaal-keuzeschakelaar
Hiermee schakelt u het kanaal waarop het beateffect wordt
toegepast.
o
= Gebruik van de beateffectfunctie (blz. 28 )
e LEVEL/DEPTH-instelling
Regelt de verhouding tussen het originelesignaal en dat van het
beateffect.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave