= Lussen instellen (blz. 15 )
m Lus-beataanduiding
Dit toont het aantal beats dat momenteel in de lus is ingesteld.
n BPM-weergavesectie (voor deck)
Toont de BPM (aantal beats per minuut) van het op dat moment
weergegeven muziekstuk.
o QUANTIZE (voor deck)
Wordt weergegeven wanneer de kwantiseringsfunctie van de deck-
bediening aan is.
Dit wordt rood weergegeven wanneer de kwantiseringsfunctie is
ingeschakeld en grijs als de functie is uitgeschakeld.
= De kwantiseerfunctie gebruiken (blz. 30 )
p QUANTIZE BEAT VALUE
Dit geeft de grootte van de stap voor de kwantiseringsfunctie aan.
q Aanduiding instelbereik afspeelsnelheid
Dit toont het bereik waarbinnen de afspeelsnelheid regelbaar is ten
opzichte van de oorspronkelijke afspeelsnelheid, zoals opgenomen
op het medium.
r AUTO PLAY
Licht op wanneer de automatische weergavemodus aan is op het
scherm [UTILITY].
= Over de automatische weergavestand (blz. 31 )
s Display ZOOM en GRID ADJUST stand
Wanneer de draaiknop meer dan 1 seconde ingedrukt wordt gehou-
den, wordt er heen en weer geschakeld tussen de [ZOOM] stand en
de [GRID ADJUST] stand.
! [ZOOM]-stand: Twee golfvormen kunnen simultaan in- of uitzoo-
men wanneer aan de draaiknop wordt gedraaid.
! [GRID ADJUST]-modus: Het beatpatroon van het muziekstuk dat
in het actieve deck is geladen, kan worden afgesteld wanneer de
draaiknop wordt gedraaid.
Het beatpatroon kan worden aangepast met de
[MENU (UTILITY)]-toets.
— [RESET]: Resetten van het beatpatroon.
— [SNAP GRID (CUE)]: Verplaatst de eerste beat naar de positie
van de op dit moment ingestelde cue.
— [SHIFT GRID]: Toont de resultaten die zijn aangepast met
toonhoogtebuiging tijdens SYNC op het beatpatroon.
t Gedeelte voor parameterweergave (BEAT)
Hier worden de parameters weergegeven die zijn opgegeven voor de
individuele effecten.
u BPM-weergavesectie (voor effecten)
Toont de automatisch gedetecteerde BPM in de automatische stand.
De kleur van de tekens wordt groen tijdens de handmatige invoermo-
dus en [TAP] wordt weergegeven. Dit toont de handmatig ingevoerde
BPM-waarde.
v QUANTIZE (voor effecten)
Dit wordt weergegeven wanneer de kwantiseringsfunctie van het
beateffect aan is.
Dit wordt rood weergegeven wanneer de kwantiseringsfunctie is
ingeschakeld en grijs als de functie is uitgeschakeld.
= De kwantiseerfunctie gebruiken (blz. 30 )
w Kanaalkeuze-schermdeel
De naam van het kanaal waarop het effect wordt toegepast wordt
weergegeven.
x Effectnaam
De naam van het geselecteerde effect wordt weergegeven.
= Gebruik van de beateffectfunctie (blz. 28 )
Instellen van een auto-cue
Wanneer u een muziekstuk laadt of de Auto Cue inschakelt, wordt het
blanco gedeelte aan het begin van het muziekstuk overgesla-gen en
wordt er automatisch een cue-punt ingesteld bij een punt vlak vóórdat de
muziek begint.
Houd de [TIME MODE (AUTO CUE)]-toets tenminste 1
seconde ingedrukt.
De auto-cue wordt ingeschakeld.
[A. CUE] verschijnt op het beeldscherm van het hoofdtoestel.
! Wanneer u de [TIME MODE (AUTO CUE)]-toets opnieuw tenminste
1 seconde lang ingedrukt houdt, wordt de auto-cue uitgeschakeld.
! De auto-cue niveau-instelling blijft in het geheugen bewaard, ook
wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld.
! Als u langer dan 1 seconde op de [TIME MODE (AUTO CUE)]-toets
drukt terwijl u de [SHIFT]-toets ingedrukt houdt, is omschakelen
naar aan/uit van auto cue alleen mogelijk voor het deck waarvoor de
[SHIFT]-toets is ingedrukt.
Wijzigen van het auto-cue niveau
Het audionivo waarop het cue-punt ingesteld moet worden voor de auto-
cue functie kan worden geselecteerd op één van de manieren hieronder.
Instellen van het cue-punt na identificatie als stil
gedeelte op basis van het akoestische drukniveau
(8 niveaus)
–36 dB, –42 dB, –48 dB, –54 dB, –60 dB, –66 dB, –72 dB of –78 dB
Automatisch instellen van opgeslagen cues als
cue-punten
MEMORY: Het opgeslagen cue-punt dat het dichtst bij het begin van het
muziekstuk ligt wordt ingesteld als cue-punt voor de auto-cue functie.
! Wanneer [MEMORY] is ingesteld, zal [A. CUE] wit oplichten op het
display van het hoofdtoestel.
! De auto-cue niveau-instelling blijft in het geheugen bewaard, ook
wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld.
1 Houd de [MENU (UTILITY)] toets tenminste 1
seconden ingedrukt.
Het [UTILITY]-scherm verschijnt.
2 Draai aan de keuzedraaiknop en druk de knop dan in.
Kies [AUTO CUE LEVEL].
3 Draai aan de keuzedraaiknop en druk de knop dan in.
De auto-cue niveau-instelling wordt gewijzigd.
Muziekstukken opzoeken
U kunt bladeren door de aangesloten apparaten en de bibliotheek op de
aangesloten computer om de muziekstukken in een lijst op dit toestel te
tonen.
! Wanneer er door de inhoud van een USB-apparaat zonder rekor-
dbox-bibliotheekinformatie wordt gebladerd, worden de mappen
en muziekstukken (muziekbestanden) getoond in een lijst met een
mappenstructuur.
Overschakelen naar het zoekscherm
Druk op de toets voor het apparaat waarvan u de
inhoud wilt tonen.
Wanneer er op een muziekbron toets wordt gedrukt, wordt de inhoud
van de betreffende signaalbron in een lijst getoond.
! Wanneer het zoekscherm verschijnt, zal de toets
[BROWSE(SEARCH)] oplichten.
! Wanneer op de toets [BROWSE(SEARCH)] wordt gedrukt terwijl het
zoekscherm open is, zal het zoekscherm sluiten en keert het normale
weergavescherm terug.
Wanneer er nog eens op de toets [BROWSE(SEARCH)] wordt
gedrukt, zal het vorige zoekscherm weer verschijnen.
21
Nl