Inhoudsopgave
Advertenties
BEDIENERSHANDLEIDING met informatie over het onderhoud
Onderhoud
B-10
Test van de rijsnelheid - Opgeheven
stand
DINGLI verlangt dat deze procedure om de
250 werkuren of om de 3 maanden wordt
uitgevoerd, afhankelijk van wat zich het
eerste voordoet.
Correcte rijfuncties zijn van fundamenteel
belang voor de veiligheid van de machine.
De rijfunctie moet snel reageren en zonder
schokken bij de besturing van de bediener.
Het rijden moet ook zonder aarzelingen,
schokken en ongewone geluiden plaatsvinden
bij alle proportioneel bediende snelheden.
Voer deze procedure uit met de machine op
een vlak en stevig oppervlak zonder
belemmeringen.
1
Geef de start- en aankomstpunten aan
met twee strepen op de grond op een
afstand van 12,2 meter.
2
Draai de sleutelschakelaar in de stand voor
de bediening vanaf het platform. Draai de
rode noodknop op de grond in de richting
van de klok naar de stand on. Draai de rode
noodstopknop van het platform in de richting
van de klok naar de stand on.
3
Druk op de selectieknop om de mast uit te
schuiven en de draaischijf te roteren.
4
Houd de schakelaar voor de activering
van de functie op de bedieningshendel
ingedrukt.
5
Hef de mast ongeveer 20 cm.
6
Druk op de knop voor de rijfunctie.
7
Kies een punt op de machine,
bijvoorbeeld het aanrakingsoppervlak van
een band, ter verwijzing, te gebruiken als
de start- en aankomststrepen
overschreden worden.
8
Breng de machine op zijn hoogste
rijsnelheid voor de startstreep te bereiken.
Meet de tijd vanaf dat het verwijzingspunt
op de machine de startstreep overschrijdt.
9
Rijd verder met de maximale snelheid en
schrijf de tijd op wanneer het
verwijzingspunt op de machine de
aankomststreep overschrijdt. De tijd is
minder dan 87 seconden.
10 Verlaag de mast naar de opslagpositie.
11 Druk op de selectieknop arm
heffen/neerlaten.
12 Houd de schakelaar voor de activering
van de functie op de bedieningshendel
ingedrukt.
13 Hef de arm totdat het platform zich op
ongeveer 1,0 m van de grond bevindt.
14 Druk op de knop voor de rijfunctie.
15 Kies een punt op de machine,
bijvoorbeeld het aanrakingsoppervlak van
een band, ter verwijzing, te gebruiken als
de start- en aankomststrepen
overschreden worden.
16 Breng de machine op zijn hoogste
rijsnelheid voor de startstreep te bereiken.
Meet de tijd vanaf dat het verwijzingspunt
op de machine de startstreep overschrijdt.
17 Rijd verder met de maximale snelheid en
schrijf de tijd op wanneer het
verwijzingspunt op de machine de
aankomststreep overschrijdt. De tijd is
minder dan 87 seconden.
18 Laat de arm neer naar de opslagpositie.
44
Advertenties
Inhoudsopgave
