Bedieningspaneel op het platform
1
Rode noodknop
Zet de rode noodknop in de stand off om
alle functies stil te zetten. Draai de rode
noodknop in de richting van de knop in de
stand on om de machine in te schakelen.
2
Keuzeknop rijfuncties
Druk op deze knop om de rijfunctie te
activeren.
3
Claxon
Druk op deze knop om de claxon te
activeren.
Laat de knop los om de claxon te
onderbreken.
4
Arm heffen/neerlaten selectieknop
Druk op de armheffing/verlaging
selectieknop om de armheffing/verlaging
functie te activeren.
5
Mastuitschuif en draaischijfrotatie
selectieknop.
Druk op de draaischijf rechts/links rotatie
selectieknop om de draaischijf rotatie
rechts/links functie te activeren.
6
LED afleesscherm
Diagnose led en acculampje.
7
Proportionele bedieningshendel
Mastheffunctie: Houd de knop ingedrukt
om de mastheffunctie te activeren op de
bedieningshendel van het platform.
Beweeg de bedieningshendel in de
richting aangegeven met de rode pijl,
waarna de mast omhoog zal gaan.
Beweeg de bedieningshendel in de
richting aangegeven met de witte pijl,
waarna de mast omlaag zal gaan. Het
neerlaatalarm moet weerklinken terwijl de
mast omlaag gaat.
BEDIENERSHANDLEIDING met informatie over het onderhoud
8
9
15
Bedieningspaneel
Armheffunctie: Houd de knop ingedrukt
om de armheffunctie te activeren op de
bedieningshendel van het platform.
Beweeg de bedieningshendel in de
richting aangegeven met de rode pijl,
waarna de arm omhoog zal gaan.
Beweeg de bedieningshendel in de
richting aangegeven met de witte pijl,
waarna de arm omlaag zal gaan. Het
neerlaatalarm moet klinken terwijl de arm
omlaag gaat.
Rijfunctie: Houd de knop ingedrukt om de
rijfunctie te activeren op de
bedieningshendel van het platform.
Beweeg de bedieningshendel in de
richting van de rode pijl op het
bedieningspaneel om de machine in de
richting te laten rijden door deze rode pijl
op het chassis aangegeven. Beweeg de
bedieningshendel in de richting van de
witte pijl op het bedieningspaneel om de
machine in de richting te laten rijden die
door de witte pijl op het chassis
aangegeven.
Duimtuimelschakelaar
Druk de duimtuimelschakelaar in een
willekeurige richting om de stuurfunctie te
activeren.
Druk de duimtuimelschakelaar in een
willekeurige richting om de zwaaifunctie
te activeren.
Functieactiveringsschakelaar
Houd de knop ingedrukt om de rij-
/heffunctie te activeren.