BEDIENERSHANDLEIDING met informatie over het onderhoud
Gebruiksaanwijzing
27 Snelheid vermeerderen: Beweeg de
bedieningshendel langzaam uit het
midden.
Snelheid verminderen: Beweeg de
bedieningshendel langzaam naar het
midden.
Stop: Breng de bedieningshendel naar het
midden of laat de schakelaar voor de
activering van de functie los.
Gebruik de kleurgecodeerde richtingspijlen
op de platformbediening en op het chassis
om de richting waarin machine zal gaan, te
bepalen.
De snelheid is beperkt wanneer de mast of
de arm is opgeheven.
Handmatige bediening
Om de mast te heffen
28 Open de draaischijfkap tegenover de
grondbediening.
29 Lokaliseer de mastfunctieklep op het
functieverdeelstuk.
30 Steek de handmatige handpomphendel in
de pomp.
31 Gebruik de sleutel om de knop ingedrukt
houden en pomp de hendel op en neer.
Om de arm te heffen
32 Lokaliseer de armfunctieklep op het
functieverdeelstuk.
33 Gebruik de sleutel om de knop ingedrukt
houden en pomp de hendel op en neer.
Sturen
34 Lokaliseer de linker/rechter stuurknop op
het functieverdeelstuk.
35 Steek de handmatige handpomphendel in
de pomp.
36 Gebruik de sleutel om de knop ingedrukt
houden en pomp de hendel op en neer.
Op een helling rijden
Bepaal de nominale hellingsgegevens en de
nominale zijdelingse hellingsgegevens voor
de machine en het hellingspercentage van de
helling.
Maximale hellingshoek, opslagpositie 25%.
Maximale dwarshellingshoek, opslagpositie
10%.
N.B.: de specificatie van de hellingshoek is
afhankelijk van de staat van het terrein en een
passende tractie.
Druk op de knop van de rijsnelheid om de
snelle snelheid te selecteren.
Hellingspercentage bepalen
Meet de helling met een digitale clinometer of
met de volgende procedure.
Benodigdheden:
Waterpas
Een recht stuk hout, minsten 1 m lang
Meetlint
Leg de stok op de helling
Aan het onderste uiteinde van de stok de
waterpas op de bovenkant ervan leggen en
het uiteinde ervan optillen totdat de stok
horizontaal staat.
Meet met de stok horizontaal de afstand
tussen de onderkant van de stok en de grond.
Deel de afstand (verticale verplaatsing) van het
meetlint door de lengte van de stok (zijdelingse
verplaatsing) en vermenigvuldig deze met 100.
Voorbeeld:
zijdelingse
verplaatsing
= 3,6 meter
verticale verplaatsing
= 0,3 meter
0,3 m ÷ 3,6 m = 0,083 x 100 = 8,3%
Als de helling de nominale maximale
hellingswaarden of zijdelingse
hellingswaarden overschrijdt, dan moet de
machine aangetrokken worden met een lier
of naar boven of beneden vervoerd worden.
Zie hoofdstuk Vervoer en optillen.
26