BEDIENERSHANDLEIDING met informatie over het onderhoud
Onderhoud
B-3
Inspecteer de banden en wielen
(inclusief kroonmoeren)
DINGLI verlangt dat deze procedure om de
250 werkuren of om de 3 maanden wordt
uitgevoerd, afhankelijk van wat zich het
eerste voordoet.
Voor een veilige werking en goede prestaties
van de machine is het van fundamenteel
belang de banden en wielen in goede staat te
houden. Kapotte banden en/of wielen kunnen
het omkantelen van de machine veroorzaken.
Ook kan er schade aan de componenten
worden aangericht als de problemen niet tijdig
opgespoord en gerepareerd worden.
1
Controleer of het loopvlak en de zijkanten
van de banden geen sneden, barsten,
gaten en overmatige slijtage vertonen.
2
Controleer ieder wiel op tekenen van
schade, vervorming en barsten.
3
Controleer elke bout op de juiste torsie.
Torsie bout, droog
Aandraaimoment kroonmoer,
gesmeerd
B-4
Noodstop testen
DINGLI verlangt dat deze procedure om de
250 werkuren of om de 3 maanden wordt
uitgevoerd, afhankelijk van wat zich het
eerste voordoet.
Voor een veilige werking van de machine is
het van fundamenteel belang dat de noodstop
correct werkt. Een niet goed werkende
noodknop is niet in staat de stroom te
onderbreken en alle functies van de machine
te laten stoppen, met gevaarlijke situaties als
gevolg.
Als kenmerkende veiligheidseigenschap wordt
bij het gebruik van de bedieningen vanaf de
grond, de bediening vanaf het platform
uitgesloten behalve die van de noodknop op
het platform.
1
Draai de sleutelschakelaar in de stand voor
de bediening vanaf de grond. Draai de rode
noodknop op de grond in de richting van de
klok naar de stand on. Draai de rode
noodstopknop van het platform in de richting
van de klok naar de stand on.
2
Zet de rode noodknop op het
bedieningsbord op de grond op off.
88 Nm
⊙ Resultaat: Er mogen geen machinefuncties
aan zijn.
66 Nm
3
Draai de sleutelschakelaar in de stand
voor de bediening vanaf het platform.
Draai de rode noodknop op de grond in de
richting van de klok naar de stand on.
Draai de rode noodstopknop van het
platform in de richting van de klok naar de
stand on.
4
Zet de rode noodknop op het
bedieningsbord op het platform op off.
⊙ Resultaat: Er mogen geen machinefuncties
aan zijn.
N.B.: De rode noodknop op het
bedieningsbord op de grond onderbreekt alle
handelingen van de machine, ook al staat de
sleutelschakelaar in de stand voor de
bediening vanaf het platform.
40