2. Veiligheid
3. Statische elektriciteit
- Om elektrostatische lading te voorkomen moet het instrument
opgenomen worden in de potentiaalvereffeningsleiding van het
systeem. Dit kan geschieden via de procesverbinding of via andere
adequate maatregelen.
- Het instrument kan optioneel componenten bevatten met een
niet-geleidende oppervlaktecoating of voering. In dergelijke geval-
len moet de gebruiker adequate maatregelen nemen om elektro-
statische lading te voorkomen.
- Metalen componenten van de instrumenten (bijv. tagplates) moeten
tijdens installatie en werking in de potentiaalvereffeningsleiding van
het systeem worden opgenomen.
4. Adiabatische compressie en schokgolven
Bij gasvormige stoffen kan de temperatuur zich verhogen door
compressiewarmte. In zulke gevallen moet evt. de drukveranderings-
snelheid resp. de toegestane meetstoftemperatuur worden geredu-
ceerd.
5. Chemische reacties
De gebruiker moet ervoor zorgen dat chemische reacties tussen
componenten die in aanraking komen met de meetstof, meetstof
en omgeving worden uitgesloten. De gebruikte materialen staan
vermeld in de markering van het instrument. Zie hoofdstuk 2.5
"Labels / Veiligheidsmarkeringen".
Op de componenten van het instrument die in aanraking
komen met de meetstof kunnen zich kleine residuen van het
instelmedium (bijv. perslucht, water, olie) van de productie
vastzetten. Omdat er hogere eisen worden gesteld aan
technische reinheid moet vóór de inbedrijfstelling door
de gebruiker de geschiktheid voor de toepassing worden
gecontroleerd.
WIKA gebruikshandleiding manometer, type 2 volgens ATEX
NL
9