6. Inbedrijfstelling, gebruik
WAARSCHUWING!
Lichamelijk letsel, materiële en milieuschade doordat
bij storing de achterzijde eraf wordt geblazen
Door de hoge energie in de achterkant bestaan in geval van
storing de kans op lichamelijk letsel of materiële schade
doordat de achterzijde er wordt afgeblazen en de meetstof
vervolgens ontsnapt.
Er moet voor worden gezorgd dat zich onder geen beding
▶
medewerkers of voorwerpen achter het instrument bevinden.
6.3 Installatie
Afhankelijk van de toepassing moet het instrument gevuld zijn met
de meetstof, voordat het erin wordt geschroefd.
Nominale positie conform NEN-EN 837-1 / 9.6.7 figuur 9: 90° (
tenzij anders vermeld in de orderdocumentatie.
Procesaansluiting onderaan of aan de achterzijde
Ontluchtingsventiel (indien voorhanden) na montage openen, resp
van CLOSE op OPEN zetten. De uitvoering van het
ontluchtingsventiel is afhankelijk van het model en
kan afwijken van de afbeelding!
Voor buiten toepassingen moet de gekozen installatielocatie
geschikt zijn voor de gespecificeerde beschermingsgraad, zodat
de manometer niet wordt blootgesteld aan niet-toegestane weers-
omstandigheden.
Om extra opwarming te vermijden mogen in werking zijnde apparaten
niet worden blootgesteld aan directe zonnestraling!
Om ervoor te zorgen dat de druk veilig kan worden ontlucht in geval
van een storing moeten instrumenten met een veiligheidsventiel of
veligheidsbehuizing een minimumafstand van 20 mm aanhouden tot
elk object.
WIKA gebruikshandleiding manometer, type 2 volgens ATEX
NL
⊥
),
25