6. Inbedrijfstelling, gebruik
Voor cilindrische schroefdraden moeten op het dichtvlak vlakke
dichtingen, dichtlenzen of WIKA-profieldichtingen worden ingezet.
Bij conische schroefdraden (ofwel NPT-schroefdraden), wordt er
NL
afgedicht in de schoefdraden met gebruikmaking van geschikt
afdichtmateriaal (EN 837-2).
Het aanhaalmoment is afhankelijk van de gebruikte dichting. Om het
meetinstrument in een stand te brengen waarbij het zich het beste laat
aflezen wordt een aansluiting met LH-RH-verbinding of wartelmoer
aanbevolen.
Voor zover een manometer een uitblaasvoorziening bezit, moet deze
beschermd zijn tegen blokkering door onderdelen van het apparaat of
door vuil.
6.2 Eisen aan het installatie punt
Is de leiding naar het meetinstrument niet stabiel genoeg om het
trillingsvrij aan te brengen, dan moet een beugel worden gebruikt
om het meetinstrument vast te zetten (evt. via een flexibele capillaire
leiding). Kunnen schokken niet door een geschikte installatie worden
vermeden, dan moeten apparaten met vloeistofvulling worden gebruikt.
De apparaten dienen te worden beschermd tegen grove vervuiling en
sterke schommelingen van de omgevingstemperatuur.
24
Sleutelvlakken
Dichtvlak
WIKA gebruikshandleiding manometer, type 2 volgens ATEX
Afdichting in het
schroefdraad