Optie
Protocolmgr.
• SNMPv1/v2: U moet deze optie inschakelen om het protocol SNMP
V1/V2 te kunnen gebruiken. Systeembeheerders kunnen
gebruikmaken van SNMP om apparaten in het netwerk te
monitoren en beheren.
• UPnP(SSDP): U moet deze optie inschakelen om het protocol
UPnP(SSDP) te kunnen gebruiken.
Zet het apparaat uit en weer aan nadat u deze optie hebt
gewijzigd.
• mDNS: U moet deze optie inschakelen om het protocol MDNS
(Multicast Domain Name System) te kunnen gebruiken.
• SLP: U kunt SLP-instellingen (Service Location Protocol)
configureren. Met dit protocol kunnen host-toepassingen diensten
in een LAN vinden zonder dat daarvoor eerst instellingen hoeven te
worden geconfigureerd.
Zet het apparaat uit en aan nadat u deze instelling hebt
gewijzigd.
Omschrijving
Netwerkinstallatie | 135